Veiligheid / Ingebruikname
De verlichting kan niet worden gerepareerd.
Indien de verlichting is beschadigd, moet het
product worden verwijderd.
Wees er voor gebruik zeker van dat de beschik-
bare netspanning met de benodigde gebruik-
spanning van de lichten overeenkomt
(230–240 V ∼).
Vermijd dat de lichten in contact komen met
water of andere vloeistoffen.
Open nooit een van de elektrische delen en
steek er geen voorwerpen in. Bij dergelijke
ingrepen bestaat levensgevaar door elektrische
schokken.
Installeer de verlichting niet op vochtige of
geleidende ondergronden.
Gebruik de verlichting niet bij stopcontacten
met een klepdeksel.
Vermijd brand- en
letselgevaar
GEVAAR VOOR LETSEL! Controleer het
apparaat regelmatig en vóór ieder gebruik op
schade aan de behuizing en de netsteker.
Gebruik de lamp niet als u een beschadiging
hebt geconstateerd.
GEVAAR VOOR BRANDWONDEN!
Zorg ervoor dat de lamp uitgeschakeld en af-
gekoeld is voordat u deze aanraakt om brand-
wonden te vermijden. Verlichting ontwikkelt
rondom de lampenkap een behoorlijke hitte.
Laat de lamp volledig afkoelen.
Niet direct in de lichtbron (lamp, LED etc.) kijken.
De verlichting kan niet worden vervangen.
Als het verlichtingsmiddel defect is, moet de
lamp compleet worden afgevoerd.
Deze lamp is niet geschikt voor dimmers en
elektronische schakelaars.
Om de verlichting volledig te verwijderen van
het stroomnet moet de verlichting uit het stop-
contact worden gehaald.
Laat de verlichting of de verpakking niet onbe-
heerd liggen. Plasticfolie / -zakken, kunststofde-
len enz. kunnen een gevaarlijk speelgoed
vormen voor kinderen.
14 NL/BE
Zo handelt u correct
Monteer de lamp zo, zodat ze tegen vocht,
vuil en te hoge verwarming beschermd is.
Wees altijd alert. Let er altijd op wat u doet en
gebruik altijd uw volledig verstand. Gebruik de
lamp niet als u ongeconcentreerd bent of zich
lekker voelt.
Maak uzelf voor het gebruik vertrouwd met
alle aanwijzingen en afbeeldingen in deze
gebruiksaanwijzing en met de lichten zelf voor
de installatie.
Bij dit artikel gaat het om een wand- of leeslamp.
Gebruik deze verlichting niet als nachtlicht.
Ingebruikname
Verlichting monteren/
demonteren
Steek de verlichting in de contactdoos.
Controleer of de verlichting correct geplaatst
is. Uw verlichting is nu klaar voor gebruik.
Spot instellen
Verander de richting van de spot
de lamp is uitgetrokken.
Laat de lamp volledig afkoelen.
Draai de spot
voorzichtig in de gewenste
1
richting.
Aan- en uitzetten
Verlichting inschakelen:
Zet de schakelaar
– Bewegingsmelder is actief.
– De automatische dimfunctie is ingeschakeld.
– De verlichting schakelt zich bij beweging in
het bewegingsgebied automatisch in gedu-
rende 60 sec.
– Functie geldt alleen als het donker is.
alleen, als
1
op de positie ‚AUTO'.
2