3. Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte wanneer u een accu met accuklemmen buiten het voertuig gaat opladen.
De lader aansluiten op de accu: RODE klem op de POSITIEVE (POS, P of +) pool en ZWARTE klem op de NEGATIEVE (NEG, N
of –) pool. Zorg dat de klemmen stevig en veilig zijn bevestigd. Een goed contact is belangrijk.
4. Als de accu zwaar ontladen (en mogelijk gesulfateerd) is, dient de accu uit het voertuig verwijderd en
gecontroleerd te worden voordat er een poging ondernomen wordt om de accu te herstellen. Controleer de accu
visueel op mechanische defecten zoals vormverwijding, gescheurde behuizing of tekenen van elektrolytlekkage. Als de
accu vuldoppen heeft en de platen in de cellen vanaf de buitenzijde zichtbaar zijn, kunt u voorzichtig proberen vast te
stellen of bepaalde cellen afwijken van andere (bijvoorbeeld wit materiaal tussen de platen, platen die elkaar raken).
Probeer de accu niet op te laden wanneer u mechanische defecten hebt vastgesteld, maar laat de accu nakijken door een
vakman.
5. Lees de veiligheidsinstructies en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant zorgvuldig door voordat u de lader aansluit op
een nieuwe accu. Volg, indien van toepassing, de instructies betreffende het vullen van zuur zorgvuldig en nauwkeurig
op.
GEBRUIK VAN DE OPTIMATE 6: BEGINNEN MET LADEN
Omwille van de veiligheid zal de uitgang van de OptiMate enkel geactiveerd worden indien er een accu met nog
minstens 2V aan wordt gekoppeld. De microprocessor analyseert onmiddellijk de toestand van de accu en start de gepaste
laadmodus. Het overeenkomstige lampje voor de laadstatus gaat branden.
De speciale recuperatiemodus van de lader kan niet starten indien gedetecteerd wordt dat de accu nog steeds
aangesloten is op de bedrading van een voertuig. Deze levert een lagere elektrische weerstand dan de accu op zich. Indien
de diep ontladen accu niet verwijderd wordt voor recuperatie, zullen noch de accu noch de elektronica van het voertuig schade
oplopen.
LEGE VERWAARLOOSDE ACCU'S:
gebruik op bromfi etsen, grasmaaiers, jetski's, sneeuwscooters en dergelijke: Een accu die lange tijd diep ontladen blijft,
kan permanente schade ontwikkelen in één of meer cellen. Deze accu's kunnen oververhitten tijdens het laden. Stop het laden
onmiddellijk indien de accu onaangenaam heet aanvoelt.
Controleer de temperatuur van de accu tijdens het eerste uur en daarna om het uur. Kijk uit voor ongewone tekenen zoals
borrelend of lekkend elektrolyt, een verhoogde activiteit in één cel in vergelijking met andere of een sissend geluid. Indien de
accu onaangenaam warm aanvoelt of als u ongewone zaken ziet, ONTKOPPEL DE LADER DAN ONMIDDELLIJK.
ECO-STROOMBESPARINGSMODUS WANNEER DE LADER OP HET ELEKTRICITEITSNET IS AANGESLOTEN:
Om het stroomverbruik op lange termijn te beperken, beschikt de OptiMate 6 over twee omvormcircuits: een
vermogensomzetter om de accu op te laden en een extra omzetter om de controlecircuits en het LED-scherm van stroom te
voorzien. De vermogensomzetter wordt uitgeschakeld wanneer de lader niet aangesloten is op een accu. Dit resulteert in een
stroomopname van minder dan 1,7 W, wat overeenkomt met een stroomverbruik van 0,042 kWh per dag. Als er een accu is
aangesloten op de lader is het stroomverbruik afhankelijk van de stroombehoefte van de accu en het aangesloten voertuig / de
elektronische circuits. Wanneer de accu opgeladen is en het laadprogramma in de langetermijnonderhoudslaadmodus staat
(om de accu 100% vol te houden) wordt het totale stroomverbruik geschat op 0,060 kWh per dag of minder.
De LEDs hieronder en de desbetreffende paragrafen zijn in de volgorde van het laadprogramma genummerd.
LEDs #1 & 2
LED #10
ampmatic
1 en 2. OMGEKEERDE aansluitingen en ingangsstroom
1.
Steek de stekker van de lader in een wisselstroomstopcontact van 220 tot 240 V. LED #1 "POWER ON "moet
branden en de LED's #3, 4, 5, 6, 7 moeten tweemaal knipperen om te bevestigen dat de microprocessor in
goede staat verkeert.
HOGE en LAGE intensiteitsweergave: LED #1 "POWER ON" gaat minder fel branden om de "ECO"-
stroombesparingsmodus aan te geven. Dit gebeurt als er geen accu aangesloten is of als er een accu aangesloten is en
Het volgende grondig lezen, in het bijzonder voor relatief kleine accu's voor
1
LED #9
LED #8
TURBO
6
2
7
AMPS
3
4
FINAL
LEDs #3 & 4
5
LEDs #5, 6 & 7
29