Voor in gebruik name
Lasprocédé met elektrode
13.4
Elektrodelaskabel aansluiten
Sluit de elektrodelaskabel aan op de aansluitbus min 8 of
plus 7 en borg de kabel door deze rechtsom te draaien.
Let op bij de keuze van een geschikte be-
i
klede elektrode op de aanwijzingen van de
fabrikant. De elektrodediameter is afhan-
kelijk van de dikte van het te lassen ma-
teriaal.
Elektrodelassen met een positive (+) elektro-
de
 Sluit de laskabel met de lastang aan de pluspool 7
van het lasapparaat en zet deze vast door het naar
rechts draaien van de stekker.
Elektrodelassen met een negatieve (–) elek-
trode
 Sluit de laskabel met de lastang aan de minuspool 8
van het lasapparaat en zet deze vast door het naar
rechts draaien van de stekker.
 Druk de hevel aan de greep van de lastang in. Span
een elektrode, aan het blanke einde, tussen de bek-
ken in. Let daarbij op dat de elektrode boven en on-
der in de inkervingen ligt.
13.5
TIG-lassen
Gevaar door elektrische schok!
Bij gekozen functie HF-ontsteken staat
er een hoge ontstekingsspanning op de
toorts. Raak bij ingeschakeld apparaat
nooit de laselektrode of onderdelen die
lasspan-ning voeren aan.
Elektrode plaatsen
50
51
52
Abb. 31: Toorts
 De spankap 55 losschroeven en afnemen.
 Trek de elektrode 54 uit de spanhuls 53.
 Slijp de elektrode 54.
 Schuif de elektrode 54 in de spanhuls 53.
10.15
53
54
55
 Plaats de elektrode 54 in de toorts en schroef de
spankap 55
vast.
Demonteer het spanhulshuis 51 en het
i
gasmondstuk 50 niet.
Bij het ombouwen van de toorts naar een
andere elektrodediameter dient op het vol-
gende te worden gelet.
Spanhuls 53, spanhulshuis 51 en elektrode 54 die-
nen dezelfde diameter te hebben.
Het gasmondstuk 50 dient op de elektrodediameter
te worden afgestemd.
TIG-toorts aansluiten
Gevaar door elektrische schok!
Aan de aansluitbus 9 mag alleen de
stuurstekker van de lastoorts worden
aangesloten. Nooit iets anders voor
aansturing insteken zoals bijvoorbeeld
een relaiscontact van een automatise-
ringsbesturing omdat aan deze aan-
sluitbus de volledige ontsteekspanning
voorhanden is, ook als de stuurstekker
niet is aangesloten.
57
58
Abb. 32: TIG-toorts aansluiten
 Sluit de TIG-toorts 58 aan de minpool 8 aan en zet
deze vast door naar rechts te draaien.
 Steek de stuurstekker van de lastoorts 57 in de aan-
sluitbus 9 van het apparaat.
9
8
- 75 -