9 Steunwiel monteren
8.3
Maaikop verwijderen
► Het spoelhuis vasthouden
► De dop linksom draaien
9
Steunwiel monteren
Het steunwiel maakt deel uit van de leveringsom‐
vang of is als speciaal toebehoren leverbaar.
Het steunwiel bepaalt het werkgebied van de
maaidraad.
– voorkomt beschadigingen tijdens het maaien
door de roterende maaidraden (bijv. boom‐
schors)
– bepaalt bij het kanten snijden de afstand tot de
grond
2
B
C
3
1
Het steunwiel (1) kan in drie verschillende stan‐
den (A, B of C) op houder (2) worden vergren‐
deld. Hierdoor kan de afstand van de maaidraad
ten opzichte van de te bewerken rand variëren.
A Het werkgebied van de maaidraad is groter
dan de buitendiameter van het steunwiel –
bijv. voor het kanten snijden
B Het werkgebied van de maaidraad is net zo
groot als de buitendiameter van het steunwiel
C Het werkgebied van de maaidraad is kleiner
dan de buitendiameter van het steunwiel –
bijv. voor het maaien rondom bomen
9.1
Steunwiel op de houder beves‐
tigen
2
B
C
3
1
0458-282-9621-B
► Steunwiel (1) in de gewenste stand op hou‐
Door het indrukken van de borghaken (3) kan het
steunwiel (1) weer worden losgenomen van de
houder (2).
9.2
A
► Steunwiel (1) met houder op beschermkap (4)
► Steunwiel (1) met borglip (5) op haak (6) van
Het steunwiel (1) kan door het iets oplichten van
de borglip (5) los worden gemaakt van de
haak (6) en van de beschermkap (4) worden
getrokken.
10 Apparaat ombouwen tot
A
der (2) plaatsen, tot de borghaken (3) vastklik‐
ken
Steunwiel op beschermkap
monteren
1
schuiven
1
5
de beschermkap (4) fixeren
kantensnijder
2
1
Nederlands
4
4
6
5
83