Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Symbolen
Afbeelding B: Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning:
door onbeschermde, spanningvoerende onderdelen in de behuizing
bestaat gevaar voor elektrische schokken.
Afbeelding C: Veiligheidsklasse II: het controleapparaat beschikt
over een versterkte of dubbele isolatie.
Afbeelding D: Overspanningscategorie IV: apparaten bedoeld voor
de toepassing aan of in de buurt van de voeding in de elektrische
installatie van gebouwen en vanaf de hoofdverdeler gezien in de
richting van het net bijv. verbruiksmeter, overstroomschakelaar en
stuureenheid voor dag- en nachtstroom.
1
Plaatsen van de batterijen
Open het batterijvakje en plaats de batterijen overeenkomstig
de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit.
Apparaatbeschrijving
1
Detectorpunt met
ledindicator (groen/rood) /
bedrijfsindicator
2
Spanningswaarschuwing
3
Aan/uit-toets
Controleer het apparaat vóór ieder gebruik op een bekend
!
bedrijfsstroomcircuit volgens het aangegeven spanningsbereik
van het apparaat.
2
ON / OFF
3
Ledindicator / bedrijfsindicator
De ledindicator in de detectorpunt (1) geeft volgende signalen:
groene led: testapparaat operationeel / spanningsvrij bereik
rode led met waarschuwingsgeluid: spanningvoerende leidingen
in de buurt
geen led: testapparaat niet operationeel
4
Lokaliseren van elektrische spanningen
Afbeelding H: Plaats de detectorpunt op het te controleren bereik
(bijv. kabel, contactdoos, enz.). Afbeelding I: Indien spanning
voorhanden is, licht de detectorpunt rood op, brandt het symbool
spanningswaarschuwing (2) rood en klinkt een snel signaal.
!
Controleer om veiligheidsredenen alle drie fasegeleiders
(L1, L2, L3) op voorhanden spanning!
!
Vervang de batterijen in geval van een zwak akoestisch
signaal of zodra het vermogen van de zaklamp afneemt.
14
NL
(zie afbeelding F)
(zie afbeelding G)
(zie afbeelding E)
4
Zakclip
5
Zaklamp aan / uit
6
Batterijvakje
7
Zaklamp
Publicité
