NL
Monteren en demonteren
Reinig en smeer de as van de boor (1) licht.
Plaats de boor met een draaibeweging
(3) in de boorhouder (2) totdat hij wordt
vergrendeld. De as van de boor wordt
automatisch vastgezet. Trek aan de boor om te
controleren of die correct is gemonteerd. Trek
de kraag achteruit en haal de boor eruit.
AFB. 6
GEBRUIK
LET OP!
Bij het starten van de boorhamer kan sprake
zijn van een korte spanningsdaling, die van
invloed kan zijn op andere apparatuur. Als
de impedantie Zmax van het elektriciteitsnet
lager is dan 0,195 ohm, komen dergelijke
verstoringen meestal niet voor. Neem contact
op met uw stroomleverancier voor meer
informatie.
1.
Sluit de stekker aan op een geaard
stopcontact met de juiste netspanning. Als
het indicatielampje (1) brandt, is de stekker
correct geplaatst en is de boorhamer klaar
voor gebruik. Druk op de aan/uit-schakelaar
(2) om de boorhamer te starten.
AFB. 7
2.
Plaats de punt van de boor tegen de
ondergrond en start de boorhamer. In
sommige gevallen moet de punt van
de boor stevig tegen de ondergrond
worden gedrukt om de slagbeweging
te activeren. Dit is geen storing,
maar wordt veroorzaakt door het
beschermingsmechanisme tegen impact
zonder belasting.
3.
Houd de boorhamer stevig met beide
handen vast en gebruik het gewicht van
de boorhamer om de terugslag tegen
te gaan. Druk niet te hard, omdat de
afwerking hierdoor verslechtert.
BELANGRIJK!
Bij lage temperaturen kan de viscositeit
van het smeervet zo hoog worden dat de
slagbeweging niet wordt geactiveerd, zelfs
als de motor draait. Laat in dit geval de
46
boorhamer vijf minuten onbelast draaien om
het smeervet op te warmen.
ONDERHOUD
SMEERVET BIJVULLEN
WAARSCHUWING!
Schakel de boorhamer uit en trek de stekker
eruit voordat u smeervet gaat bijvullen.
Het reservoir bevat genoeg smeervet voor
ongeveer 60–80 bedrijfsuren.
Controleer het smeervetniveau vóór elk gebruik
en vul indien nodig bij.
1.
Laat indien nodig de boorhamer
warmdraaien en controleer het
smeervetniveau. Als er geen smeervet
zichtbaar is wanneer de boorhamer rechtop
wordt gehouden, voegt u smeervet toe.
2.
Om smeervet toe te voegen, verwijdert
u de smeerdop met de meegeleverde
steeksleutel. Wees voorzichtig en zorg
ervoor dat de pakking onder de dop niet
beschadigd raakt.
3.
Controleer het smeervetniveau vóór ieder
gebruik.
4.
Plaats na het bijvullen de dop weer terug.
AFB. 8
REGELMATIGE CONTROLES
•
Vervang of slijp alle botte bits altijd. Bij
botte bits raakt de motor overbelast en
verslechtert de afwerking.
•
Controleer regelmatig of alle
boutverbindingen op de boorhamer goed
zijn vastgedraaid. Draai de bouten indien
nodig weer vast. Als u dat niet doet, kan
dit ernstig persoonlijk letsel tot gevolg
hebben.
•
Bescherm de motorwikkeling tegen
beschadiging, olie en water.