TOEPASSINGEN
Het zagen van verschillende houtsoorten.
VOOR HET BEGIN VAN HET WERK
1. Netspanning
Controleren of de netspanning overeenkomt met de
opgave op het naamplaatje.
2. Netschakelaar
Controleren of de netschakelaar op
Wanneer de stekker op het net aangesloten is, terwijl
de schakelaar op
AAN" staat, begint het gereedschap
"
onmiddellijk te draaien, hetwelk ernstig gevaar betekent.
3. Verlengsnoer
Wanneer het werkterrein niet in de buurt van een
stopcontact ligt, dan moet men gebruik maken van
een verlengsnoer, dat voldoende dwarsprofiel en
voldoende nominaal vermogen heeft. Het verlengsnoer
moet zo kort mogelijk gehouden worden.
4. Het in gereedheid brengen van een houten werkbank
(Afb.1)
Aangezien het zaagblad boven de onderkant van het
zaaghout uitsteekt, legt men bij het zagen het zaaghout
op een werkbank. Wanneer men van een houtblok
als onderstel gebruik maakt, moet men daarvoor een
vlakke ondergrond uitkiezen, zodat het ook werkelijk
stabiel is. Een onstabiele ondergrond is gevaarlijk.
LET OP
Om eventuele ongelukken te vermijden, moet men
er steeds op letten, dat het na eht zagen
overgebleven gedeelte van het gezaagde hout goed
vastligt of op de plaats gehouden wordt.
5. RCD
Het gebruik van een reststroomapparaat met een
nominale reststroom van 30 mA of minder wordt
aanbevolen.
HET ELEKTRISCH GEREEDSCHAP VOOR HET
GEBRUIK AFSTELLEN
1. De zaagdiepte instellen
Om de zaagdiepte in te stellen dient u hendel (A)
los te maken en, terwijl u het voetstuk met één hand
vasthoudt, het zaaghoofd op en neer te bewegen
tot de voorgeschreven diepte is bereikt. Maak de
hendel (A) na het instellen van de voorgeschreven
diepte goed vast (Afb. 2).
LET OP
Het is uiterst belangrijk dat u de hendel (A) weer
vastzet. Een losse hendel (A) is gevaarlijk. Klem
hem altijd goed vast.
2. De verstekhoek instellen
Door de hendel (A) op de schaal los te maken kan
het zaagblad met een maximale helling van 45° ten
opzichte van het voetstuk worden ingesteld.
De verstekhoek kan tevens ingesteld worden door de
hendel (A) op de schaal los te draaien (Afb. 3).
LET OP
Het is uiterst belangrijk dat u de hendel (A) vervolgens
weer vastdraait. Een losse vleugelmoer is gevaarlijk.
3. De geleider afstellen
De zaagstand kan ingesteld worden door de geleider
naar links of rechts te verplaatsen nadat de
vleugelmoer is losgedraaid.
De geleider kan aan de linker- of rechterkant
gemonteerd worden (Afb. 4).
ZAGEN
1. Plaats de zaag (voetstuk) op het hout en zorg met
behulp van de inkeping op de voorkant van het
voetstuk dat het zaagblad op één lijn ligt met de
zaaglijn. Deze verhouding tussen zaag en hout dient,
onafhankelijk van de helling van de zaag,
onveranderd te blijven (Afb. 5).
2. Zet de schakelaar AAN voordat de zaag in contact
komt met het hout. Druk de schakelaar in om de
UIT" staat.
zaag AAN te zetten en laat de schakelaar los om
"
de zaag UIT te zetten.
3. Wanneer de zaag met gelijkmatige snelheid in rechte
lijn bewogen wordt, dan is het resultaat optimaal.
LET OP
Voordat u met zagen begint dient u de eigenschappen
van het materiaal vast te stellen. Als er een kans bestaat
dat het betreffende materiaal schadelijke/giftige stoffen
afgeeft, zorg er dan voor dat u de stofzak of een geschikt
stofafzuigsysteem op de zaag aansluit.
Draag, zo nodig, een stofmasker.
Zorg ervoor dat het zaagblad op volle toeren draait
voordat u begint met zagen.
Zet de zaag onmiddellijk UIT wanneer het zaagblad
tot stilstand komt of wanneer de zaag een vreemd
geluid maakt.
Houd het snoer goed uit de buurt van het draaiende
zaagblad.
Het is zeer gevaarlijk om de cirkelzaag zodanig vast
te houden dat het zaagblad naar boven of naar de
zijkant wijst. Dit soort gevaarlijke handelingen
moeten vermeden worden.
Draai
oogbescherming.
Wanneer u klaar bent met het werk moet u het
stekkertje uit de zaag trekken.
HET AANBRENGEN EN VERWIJDEREN VAN
HET ZAAGBLAD
LET OP
Als preventieve maatregel tegen ongelukken moet er op
gelet worden, dat de schakelaar op
stekker uit het stopcontact is.
1. Verwijderen van het zaagblad
(1) Stel, met de basisplaat, de zaag in op zijn maximale
zaagdiepte en houd de zaag zoals aangegeven in
Afb. 6.
(2) Druk de borghendel in, vergrendel de as en draai
de flensbout met de zeskantige kop los met de
bijgeleverde steeksleutel.
(3) Houd de hendel op de onderste beschermkap vast
zodat de onderste beschermkap volledig in de
zaagkap wordt getrokken. U kunt nu het zaagblad
verwijderen.
2. Monteren van het zaagblad
(1) Verwijder het stof dat zich aan de as en
onderlegschijven opgehoopt heeft.
(2) Zoals getoond in Afb. 7 moet de kant van de
onderlegschijf (A) met een naar voren staand
middenstuk met dezelfde diameter als de
binnendiameter van het zaagblad en de holle kant
van de onderlegschijf (B) aan beide kanten van het
zaagblad aangebracht worden.
tijdens
zaagwerkzaamheden
Nederlands
altijd
UIT" staat en de
"
30