Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Gebruik
3
Gebruik
3.1
Vóór het gebruik
1. Controleer of alle schroeven volledig aangedraaid zijn.
2. Controleer of de insteeknippel afgesloten is met het
daarvoor bedoelde afschermkapje.
3. Controleer of de kunststof onderdelen scheuren of andere
beschadigingen vertonen.
4. Controleer of de gordel zich probleemloos laat openen en
sluiten.
5. Ademluchttoestel voor het gebruik voorbereiden
6. Regelventiel op een ventilatiewaarde van 0 l/min instellen
(zie hoofdstuk 3.2 op pagina 24).
7. Ademluchttoestel met het regelventiel of de
ademautomaat verbinden en de luchttoevoer openen
Er mag geen ademlucht uitstromen.
VOORZICHTIG
!
Hoor- resp. voelbaar uitstromen van ademlucht bij de
ademautomaat en het regelventiel of aangesloten
componenten duidt op lekkages die hersteld moeten
worden (zie hoofdstuk 4.1 op pagina 25).
AANWIJZING
i
i
Afhankelijk van de gebruikte ademluchtvoorziening
moeten verschillende koppelingsadapters worden
gebruikt (zie "Aansluitmogelijkheden en
koppelingsadapters voor de ademluchtvoorziening" op
pagina 24).
8. Op het regelventiel achtereenvolgens alle
ventilatiewaarden instellen.
Voor alle ventilatiewaarden moet nu een luchtstroom hoor-
resp. voelbaar zijn. Naarmate de doorstroomhoeveelheid
toeneemt, moet ook het door het uitstromen veroorzaakte
geluid toenemen.
9. Werking van de ademautomaat en het ademluchttoestel
1
controleren
.
10. Ademluchtvoorziening sluiten en het regelventiel kort
openen, om het systeem drukloos te maken.
11. Ademluchttoestel weer loskoppelen.
1
12. Stap in het gaspak
. Trek het gaspak tot de taille omhoog.
13. Gordel sluiten.
AANWIJZING
i
i
Om een trekontlasting te garanderen, moet de gordel
gesloten worden.
14. Trek het gaspak verder aan
15. Ademluchttoestel met het regelventiel of de
ademautomaat verbinden en de luchttoevoer openen.
16. Ademaansluiting aanbrengen
verbinden.
1
Zie de bijbehorende gebruiksaanwijzing
24
1
.
1
1
.
1
en met de ademautomaat
Aansluitmogelijkheden en koppelingsadapters voor de
ademluchtvoorziening
Ademlucht-
voorziening
PSS 3000
PSS 5000
PSS 7000
PSS 100
PSS 90
PAS Standard
PSS 3000
PSS 5000
.
PSS 7000
PSS 3000
PSS 5000
PSS 7000
PSS 3000
PSS 5000
PSS 7000
PSS 100
PSS 90
PAS Standard
alleen
ademautomaat en
masker
3.2
Bij gebruik
1. Externe luchtvoorziening op de insteeknippel van het
regelventiel aansluiten.
2. Ventilatiewaarde op het regelventiel instellen:
Voor het verhogen van 0 naar 5 l/min en het wijzigen
van 5 l/min naar 30 l/min en omgekeerd hoeft de veer-
belaste vergrendeling (2) niet omhoog te worden ge-
trokken.
Doorstroming
5 naar 0 l/min verlagen
of van 30 l/min naar
120 l/min verhogen:
veerbelaste vergrende-
ling (2) omhoogtrekken
en de instelring voor de
ventilatiehoeveelheid
(1) draaien.
Aansluiting
Koppelings-
adapter
mannelijke
mannetje-
koppeling aan de
vrouwtje
tweede aansluiting
PAS ASV
(vast ingebouwd)
vrouwelijke
mannetje-
koppeling aan de
mannetje
tweede aansluiting
PAS ASV CPS
of
Y-stuk
of vrouwelijke kop-
peling aan de
tweede aansluiting
―
mannetje-
vrouwtje
van
1
2
Dräger RV PT 120 L
―
00221891.eps
Publicité
