4. Alarmzone-LED's
• Uitgeschakeld: de respectievelijke alarmzone is niet scherpgesteld (NC-modus, normale toestand)
• Melder van deze lus is geactiveerd of alarmlus onderbroken.
Voorafgaand aan scherpstelling de reden lokaliseren en open contact of onderbreking van de
alarmlus verhelpen.
• Snel knipperen: in een scherpgestelde alarmzone werd een alarm gegeven
• Langzaam knipperen: snel knipperen geeft aan dat een alarm in een zone werd gegeven. Als de sleutel
schakelaar vervolgens in de „OFF"-positie wordt gebracht, knippert de LED van de getroffen alarmzone
langzaam.
11. Aansluiting van de bewakingscomponenten
In de leveringstoestand zijn bij de alarminstallatie de alarmzones met kortsluitbruggen gesloten.
63