5. Veiligheidsvoorschriften
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële of persoonlijke schade, die door ondeskundig gebruik of niet inachtname van
de veiligheidsaanwijzingen veroorzaakt worden zijn wij niet aansprakelijk. In zulke gevallen
vervalt de garantie.
Let op!
De installatie van het product mag alleen door een erkend elektrovakman (bijv. elektricien)
worden uitgevoerd, die vertrouwd is met de betreffende voorschriften (bijv. KEMA/KIVI/IEEE)!
Door ondeskundige werkzaamheden aan netspanning brengt u niet alleen uw eigen veiligheid,
maar ook die van anderen in gevaar!
Wanneer u niet over de nodige vakkennis beschikt om de montage zelf uit te kunnen voeren,
laat dit dan aan een vakman over.
• Het product mag niet veranderd of omgebouwd worden; daarbij vervalt niet alleen de garantie/
aansprakelijkheid, maar ook de toelating (CE).
• U mag het product enkel in droge binnenruimtes monteren en gebruiken. Het mag niet vochtig
of nat worden! Er bestaat het levensgevaar door een elektrische schok!
• Gebruik het product niet in ruimten of onder ongunstige omstandigheden waarbij brandbare
gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of aanwezig kunnen zijn!
• Het product mag niet worden blootgesteld aan extreme temperaturen, vocht, direct zonlicht,
sterke trillingen of sterke mechanische belastingen.
• Ga voorzichtig om met dit product. Het heeft scherpe randen.
• Het product is geen speelgoed en is niet geschikt voor kinderen.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Plasticfolie, plastic zakken, enz. kunnen
voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Er bestaat verstikkingsgevaar.
• Wanneer men aanneemt dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik.
• Onweer kan een gevaar opleveren voor elk elektrisch apparaat. Overspanningen op de stroom-
leiding kunnen het apparaat beschadigingen.
• Er mogen zich ook geen apparaten met sterke elektrische velden in de buurt van de alarmin-
stallatie bevinden (vb. draadloze telefoons, draadloze apparaten, elektrische motoren, enz.).
Ook directe warmtebronnen kunnen tot functiestoringen leiden.
• Zorg dat elektrische apparatuur niet in contact komt met vloeistof.
• Gebruik het product nooit afgedekt. Zorg altijd voor voldoende ventilatie.
• Installatiegewijs moet een installatie worden voorzien die alle polen van de netspanning kan
ontkoppelen (vb. aardlekschakelaar).
57