9. Installatie
De installatie van het product mag uitsluiltend door een gekwalificeerde elektrovakman (vb.
elektricien) gebeuren!
Door ondeskundige werkzaamheden aan netspanning brengt u niet alleen uw eigen veiligheid,
maar ook die van anderen in gevaar! Wanneer u niet over de nodige vakkennis beschikt om de
montage zelf uit te kunnen voeren, laat dit dan over aan een vakman.
Denk eraan dat de aansluiting van de alarminstallatie alleen in spanningsvrije toestand mag
worden uitgevoerd! Schakel hiervoor de elektrische netleiding stroomloos door het verwij-
deren van de betrokken zekering resp. het uitschakelen van de zekeringautomaat. Schakel
bovendien de FI-aardlekschakelaar uit. Controleer vervolgens met een geschikt meetapparaat
of de nettoevoerleiding geheel spanningsvrij is.
a) Aansluiting aan het openbare stroomnet
In de behuizing van de alarmisntallatie bevindt zich een schroefklem voor drieaderige kabelverbindingen
via dewelke u de alarminstallatie met de netspanning verbindt.
Let op dat telkens de correcte kabels (met kleuren gemarkeerd) met elkaar worden verbonden om het
product niet te beschadigen! Verbind hiervoor telkens de afzonderlijke kabels aan de schroefklemmen
zodat de kleuren van de isoleringen bij elkaar passen: L = fase (bruine kabel), N = nulleiding (blauwe ka-
bel) en PE = beschermingsleiding (geelgroene kabel). Daarvoor steekt u de geïsoleerde uiteinden van de
afzonderlijke aders in de daartoe voorziene contacten en maakt u met schroeven vast. De stroomnetkabel
zelf beschermt u vervolgens tegen het wegglijden door deze onder de zwarte kunststofbrug met de klem
vast te schroeven.
b) Aansluiting loodaccu
Om het gebruik van de alarminstallatie ook bij stroomuitval te continueren, moet de loodaccu (12 V/DC,
met minimaal 1,2 Ah) worden aangesloten op het systeem. Gebruik hiervoor beide stekkers aan de rode
(„+"-pool) en zwarte kabel („-"-pool) - let hierbij ook op de correcte polariteit om schade aan het product
te vermijden.
Activeer de bedrijfsspanning pas nadat u alle aansluitwerken en de individuele instellingen
van de DIP-schakelaars hebt uitgevoerd!
61