Naargelang het aantal en de positie van de gebruikte
verdeelschachten, kiest u de nuttige luchtuitgangen en
versnijdt u ze door een gat van Ø 7 te maken, rechts
van de bevestigingspootjes van de sluitingen
Monteer de overeenkomstige buisjes (3 zelftrekkende
schroeven) (Fig. 3).
OPM :
Indien u deze combinatie zonder schacht gebruikt,
moet u eraan denken om de 4 uitgangen voor warme
lucht te versnijden.
4.2 – Montage van het decorkader (Fig. 5)
•
Verwijder het deurelement
•
Monteer elementen
schroeven
.
•
Bevestig het kader op het toestel met de
schroeven
.
•
Plaats het deurelement terug
5 – VOORAFGAANDE MONTAGES
5.1 – Montage van de buis (enkel C07931)
•
Verwijder de dichting van buis B van de
opvangbak.
•
Haal uit het zakje met de handleiding de
schroeven, moeren en sluitringen die u nodig hebt
voor de bevestiging van de combinatie afdichting +
buis.
•
Haal buis C die op het rooster bevestigd is uit.
•
Monteer de buis de buis en de bijhorende
afdichting met de schroeven, sluitringen en
moeren volgens het schema van Fig. 4.
5.2 – Aansluiting van de rookslang
•
Sluit de rookslang aan op de buis (Fig. 29).
•
Plaats de waterdichte huls rond de rookslang door
deze aan te drukken in de ruimte tussen deze
slang en de behuizing (enkel C07932).
6 – VOORWAARDEN VOOR INSTALLATIE
VAN HET APPARAAT
De installatie mag niet door de gebruiker gewijzigd
worden.
Wij wijzen hierna op de te respecteren elementaire
aanbevelingen, deze vervangen in geen enkel geval de
strikte toepassing van het geheel van UTD 24-2-2.
6.1
-
Benaming
onderdelen van het rookafvoer traject (Fig. 6)
6.2 - Aard en afmetingkenmerken van het
rookkanaal waaraan het apparaat verplicht
gekoppeld moet zijn
6.2.1 - Aard van het rookkanaal
6.2.1.1 - Bij een nieuwe buis
Gebruik van de volgende materialen :
• Bakstenen framewerk conform met NF en 1806.
.
en
van het kader met de
.
van
de
verschillende
• Beton framewerk conform met NF en 1858.
• Samengestelde metalen buizen conform met NF
EN 1856-1 en NF EN 1856-2 of die met een
.
positief technisch advies voor dit gebruik.
• Bakstenen conform met NF P 51-301.
• Vuurvaste bakstenen conform met NF P 51-302.
Het
gebruik
materialen voorkomt het plaatsen van een isolatie
terplekke, met name v.w.b. de wanden van de
schoorsteen (minimale warmteweerstand: 0,43 m ²
k/W).
6.2.1.2 - Bij een bestaande buis
De installateur neemt de verantwoordelijkheid voor
de bestaande delen. Hij moet de staat van de buis
controleren en de vereiste aanpassingen doen voor
zijn goede werking en de conformiteit met de
reglementering.
De buis dient schoongemaakt te worden en
vervolgens een zorgvuldig onderzoek te ondergaan
om het volgende te controleren :
• De compatibiliteit van de buis met zijn gebruik.
• De stabiliteit.
• De luchtledigheid en de dichtheid (bijlage II van
UTD 24-1).
Als de buis niet compatibel is, dient een buisstelsel
met behulp van een titulair procedé met een positief
technisch advies aangebracht te worden, of een
nieuwe buis.
6.2.2 - Minimale doorsnede van de buis
Afmetingen volgens de norm EN13384-1. In alle
gevallen moet de doorsnede van de aansluitingsbuis
minstens gelijk zijn aan deze van de buis van het
toestel.
6.2.3 - Enkele algemene aanbevelingen
•
Een goede buis moet van weinig warmte
geleidende materialen gemaakt worden opdat hij
warm kan blijven.
•
De aankleding van de buis moet het mogelijk
maken de buitentemperatuur te beperken tot :
- 50 ° C, in de bewoonbare ruimtes
- 80 ° C, in de niet- bewoonbare of onbereikbare
ruimtes.
•
Hij moet absoluut dicht zijn, zonder ruwheid en
stabiel.
•
Hij
onderdeelveranderingen bevatten (helling ten
opzichte van de loodlijn lager dan 45° ).
•
Hij moet tenminste 0,4 m boven de nok van het
dak en de naburige daken uitkomen.
•
Twee apparaten moeten niet op dezelfde buis
aangesloten worden.
65
van
oorspronkelijk
moet
geen
geïsoleerde
plotselinge