Montage
MONTAGE VAN DE AANHANGERKOPPELING
1. Schroef de aanhangerkoppeling aan de zadelpen van
de trekfiets (afb. G). Gebruik eventueel, afhankelijk
van de diameter van de zadelpen, de meegeleverde
expansiebussen
koppeling
vens").
2. Plaats het achterste deel van de koppeling zo moge-
lijk parallel met de rijbaan en trek de achterste bout van de koppeling
aan (zie hoofdstuk Draaimomentgegevens).
3. Koppel de fietsaanhanger vast (zie hoofdstuk Vastkoppelen van de fietsaanhan-
ger).
4. Controleer of de dissel in de vrije stand staat. Als de dissel niet in de vrije stand
staat, dan past u de aanhanger individueel aan.
• Breng de aanhangerkoppeling zo diep mogelijk aan op de zadelpen.
Hierdoor wordt een zo goed mogelijke wegligging en een zo lang mogelijke le
vensduur van aanhanger en trekfiets gegarandeerd.
VASTKOPPELEN VAN DE FIETSAANHANGER
1. Draai de fixeerbout los
(afb. H).
2. Hang de dissel in de koppeling (afb. H).
3. Draai de fixeerbout
4. Leg de veiligheidsband om de zadelpen van de trek-
fiets en hang de karabijnhaak in het oog (afb. J).
VASTKOPPELEN VAN DE FIETSAANHANGER
1. Haal de veiligheidsband
2. Draai de fixeerbout los
(afb. H).
2. Haal de dissel uit de koppeling.
90
BDA_2960__Fahrradanhänger mit Klappbox_D_GB_F_I_NL_PL_H_RO.indd 90
. Draai de voorste bouten van de
1
vast (zie hoofdstuk "Draaimomentgege-
2
en trek de beugel opzij.
1
helemaal vast (afb. I).
1
van de zadelpen af (afb. J).
1
en trek de beugel opzij.
1
G
1
2
3
vast
3
H
1
I
1
J
1
18.12.2014 10:29:32