Symbolen :
Waarschuwing/gevaar!
Lees voor gebruik de
CE Conform de Europese
toepasselijke standaarden op
het gebied van veiligheid.
IPX*
Beschermingsgraad IP
ELEKTRISCHE VEILIGHEID
Controleer of de op het
typeplaatje van de machine
overeenkomt met de ter
plaatse beschikbare
BESCHRIJVING
1. motorbehuizing
2. water ingang
3. water uitgang
4. elektrisch snoer en stekker
5. vlotter schakelaar
6. draaghandvat
handleiding.
Opvoerhoogte max.
Afmeting Vreemde
voorwerpen
Capaciteit max
Dompeldiepte max.
vermelde spanning
netspanning.
DE INSTALLATIE
Aansluiten van de uitlaatbuis
Bevestig de uitlaatbuis op de
■
uitlaatopening
Attentie!
Bij de installatie opletten dat de pomp nooit
vrijhangend aan de drukleiding of aan de
stroomkabel gemonteerd mag worden. De
dompelpomp moet aan de draaggreep, die daarvoor
voorzien is, worden opgehangen of moet op de
bodem van de schacht liggen. Ten einde een
perfekte werking van de pomp te verzekeren, moet
de bodem van de schacht altijd vrij zijn van slijk of
van andere verontreinigingen.
Bij een te laag waterpeil kan het slijk aanwezig in de
schacht snel uitdrogen en de pomp verhinderen aan
te slaan. Daarom is het noodzakelijk om de
dompelmotorpomp regelmatig te controleren
(aanlooptest uitvoeren).
De vlotterschakelaar is dusdanig ingesteld dat een
onmiddellijke inbedrijfstelling mogelijk is.
Opmerking!
De pompschacht moet minstens 40 x 40 x 50 cm
groot zijn, zodat de vlotterschakelaar zich vrij kan
bewegen.
De netaansluiting
De door u aangeschafte dompelpomp is al met een
geaarde stekker uitgerust. De pomp moet worden
aangesloten op een geaarde stopcontactdoos met
220/240 Volt/ 50 Hz.
Opmerking
Moest de netkabel of de stekker door uitwendige
oorzaken beschadigd worden, mag de kabel niet
hersteld worden.
INBEDRIJFSTELLING
Nadat u deze installatie- en gebruiksaanwijzing
aandachtig heeft gelezen, kunt u met inachtneming
van de hierna volgende punten de nieuwe pomp in
bedrijf stellen:
Controleer of de pomp op de schachtbodem rust.
Ga na of de drukleiding reglementair aangebracht
werd.
Controleer of de elektrische aansluiting
220~240Volt/50 Hz bedraagt.
Controleer of het elektrisch stopcontact aan de
reglementaire voorschriften voldoet.
Ga na of er geen vocht of water aan de
netaansluiting kan komen.
Zorg ervoor dat de pomp nooit droogloopt.
Neem voor het plaatsen of
verplaatsen van de pomp
altijd de netstekker uit het
stopcontact.
8