losgelaten automatisch weer terugkeert naar de
uit-stand. Als dat niet het geval is, mag u onder
geen enkel beding de kettingzaag aansluiten op
een elektrische voeding: steek de stekker niet in
het stopcontact. Breng de kettingzaag naar een
MAKITA-servicecentrum zonder er enig werk mee
te doen.
Klem het verlengsnoer en het netsnoer van de
kettingzaag in de snoerklem (2).
Steek de stekker (3) van het netsnoer van de
kettingzaag in de contrastekker van het verlengsnoer
(4).
De motor inschakelen (zie afb. 47)
- Steek de stekker van de kettingzaag in het
stopcontact (zie hierboven)
- Wanneer u de elektrische kettingzaag inschakelt,
moet u deze met twee handen vasthouden.
Houd de achterhandgreep vast met uw rechterhand
en de beugelhandgreep met uw linkerhand.
Houd de handgrepen stevig vast met uw duim in
tegenovergestelde richting van uw vingers. Het
zaagblad en de zaagketting mogen geen enkel
voorwerp aanraken.
- Druk eerst de vergrendelknop (5) in en knijp
daarna de aan/uit-schakelaar (1) in. Laat daarna de
vergrendelknop (5) los.
- Let op: De zaagketting begint onmiddellijk te
draaien. Houd de aan/uit-schakelaar ingeknepen zo
lang als u de motor wilt laten draaien.
LET OP:
Zet de aan/uit-schakelaar nooit vast in de aan-
stand.
De motor uitschakelen
- Laat de aan/uit-schakelaar (1) los.
OPMERKING:
Wanneer de kettingrem in werking wordt gesteld,
wordt de voeding van de motor onderbroken.
Als de kettingzaag niet start nadat de aan/uit-
schakelaar (1) is ingeknepen, moet de kettingrem
worden losgezet.
- Trek de beschermkap van de voorhandgreep (6)
stevig in de richting van de pijl tot u voelt dat hij
aangrijpt (zie afb. 48).
Belangrijk:
Deze modellen zijn uitgerust met een
startstroombegrenzer. Deze elektronische component
voorkomt een te plotselinge start van de elektromotor.
Uitschakelen bij te hoge stroomsterkte: Als de
stroomsterkte naar de kettingzaag hoger is dan
het toegestane maximum, wordt automatisch de
voeding naar de motor uitgeschakeld. Hierdoor wordt
oververhitting van de motor en daaruitvolgende schade
voorkomen. Om de kettingzaag opnieuw te starten, laat
u de aan/uit-schakelaar los en drukt u deze opnieuw in.
LET OP: Gebruik de kettingzaag niet als de kettingzaag
herhaaldelijk wordt uitgeschakeld vanwege een te hoge
stroomsterkte. Neem contact op met een MAKITA-
servicecentrum.
De werking van de kettingrem controleren
(zie afb. 49)
Neem de kettingzaag niet in gebruik zonder eerst
de werking van de kettingrem te controleren!
- Start de motor zoals beschreven (zorg ervoor dat u
stevig staat en plaats de kettingzaag zodanig op de
grond dat het zaagblad de grond niet raakt).
- Pak de beugelhandgreep stevig vast met één hand en
houd de achterhandgreep vast met de andere hand.
- Schakel de motor in en duw de beschermkap van de
voorhandgreep (1) in de richting van de pijl met de rug
van uw hand totdat de kettingrem in werking treedt.
De zaagketting moet onmiddellijk stoppen.
- Schakel de motor onmiddellijk uit en zet de kettingrem
los.
Belangrijk: Als de zaagketting niet onmiddellijk
stopt wanneer u deze test doet, mag u de
kettingzaag onder geen enkel beding gebruiken!
Breng de kettingzaag naar een MAKITA-
servicecentrum.
De werking van de uitlooprem testen
(zie afb. 50)
Neem de kettingzaag niet in gebruik zonder eerst
de werking van de uitlooprem te controleren!
- Start de motor zoals beschreven (zorg ervoor dat u
stevig staat en plaats de kettingzaag zodanig op de
grond dat het zaagblad de grond niet raakt).
- Pak de beugelhandgreep stevig vast met één hand en
houd de achterhandgreep vast met de andere hand.
- Schakel de motor aan en weer uit. De zaagketting
moet binnen twee seconden nadat de motor is
uitgeschakeld volledig tot stilstand komen.
Belangrijk: Als de zaagketting niet binnen twee
seconden volledig tot stilstand komt wanneer
u deze test doet, mag u de kettingzaag niet
gebruiken! Inspecteer de koolborstels.
De kettingsmering controleren (zie afb. 51)
Gebruik de kettingzaag niet wanneer een voldoende
kettingsmering niet is gegarandeerd. Anders wordt de
levensduur van de zaagketting en het zaagblad verkort.
Alvorens met het werk te beginnen, controleert u het
oliepeil in de olietank en de olietoevoer. Controleer
de hoeveelheid toegevoerde olie aan de hand van
onderstaande instructies.
- Start de elektrische kettingzaag.
- Houd de draaiende zaagketting ongeveer 15 cm
boven een boomstonk of de grond (gebruik een
geschikte ondergrond).
Als de kettingsmering voldoende is, ziet u
een licht oliespoor omdat oliespetters door de
middelpuntvliedende kracht van de zaagketting worden
afgeworpen. Let op de windrichting en voorkom
onnodige blootstelling aan oliespetters!
ONDERHOUD
De zaagketting slijpen (zie afb. 52)
Bij werkzaamheden aan de zaagketting moet
u altijd de stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken en veiligheidshandschoenen
dragen.
81