FR
Super Maxx® 30-50-60-70
MANUEL D'UTILISATION
Réglages
Super Maxx® CULTI
Réglage de la profondeur de travail avec rouleau
La profondeur de travail est réglée par la position des broches
au cadre d'ajustement D du rouleau trainé ainsi qu'avec le
bras supérieur et le réglage en hauteur du tracteur.
Réglage de la barre niveleuse
En position de base, la broche se trouve dans la deuxième
trou A. Selon de la profondeur de travail il est nécessaire de
réajuster la barre niveleuse F vers le haut ou vers le bas au
cadre d'ajustement E.
Si nécessaire, la barre niveleuse F peut être positionnée tout
en haut au cadre d'ajustement E.
Attention :
Veillez à ce que
toutes les broches
soient à la même
hauteur au cadre
d'ajustement.
Réglage de la herse
Profondeur de travail de la herse
La profondeur de travail de la herse peut être réglée en ajus-
tant la position de la broche (voir B). Pour exercer une pres-
sion sur la herse, la broche est fixée au-dessus du bras de
support, pour enlever la pression de la herse, la broche doit
être placée sous le bras de support. Lors des déplacements
sur route, ramener la herse à sa position la plus basse pour
éviter un basculement.
Inclinaison de la herse
L'inclinaison de la herse est également réglée à partir de la
broche (voir C). Plus la herse est raide, plus son travail est
puissant ou agressif. Lorsque la herse est plate, l'agressivité
est réduite, mais le passage des résidus de plantes est facilité.
NL
Super Maxx® 30-50-60-70
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Instellingen
Super Maxx® CULTI
Instelling werkdiepte met wals
De werkdiepte wordt ingesteld met de positie van de in-
steekbout aan het frame D zowel met de topstang als met de
diepteverstelling van de trekker.
Instelling van de egalisatiebalk
In de basis bevinden zich de insteekbouten in het tweede
gat A. Afhankelijk van de werkdiepte is het instellen van de
egalisatiebalk F aan het frame E naar boven of naar beneden
aan te bevelen.
Indien gewenst kan de egalisatiebalk F op het frame E hele-
maal omhoog worden geklapt.
Broche en 2
A
bout op 2
D E
F
B
Instelling van de rij eggetanden
Werkdiepte van de eggetanden
Met de insteekbouten kan de werkdiepte worden ingesteld
(zie B). Om druk op de eggetanden te geven de insteekbouten
boven de draagarm insteken, om druk van de eggetanden af
te halen de insteekbouten onder de draagarm insteken. Bij
transport de rij eggetanden in de laagste positie zetten om
schudden te voorkomen.
Neiging van de eggetanden
De neiging van de rij eggetanden wordt eveneens met in-
steekbouten ingesteld (zie C). Hoe steiler de eggetanden
staan hoe sterker ofwel aggressiever werkt de rij eggetan-
den. Bij horizontale eggetanden is de aggressiviteit minder,
maar de doorgang van plantenresten is dan groter.
Attentie:
Let erop dat de
insteekbouten op
dezelfde hoogtes
staan
C
35