Ingebruikneming; Temperatuurinstelling - Weller WD 1 Mode D'emploi

Nederlands

3. Ingebruikneming

Het toestel en het toebehoren zorgvuldig uitpakken.
Het soldeerwerktuig in de veiligheidshouder plaatsen.
De soldeerboutstekker in de aansluitbus (9) van het regelap-
paraat steken en vergrendelen door kort naar rechts te draa-
ien. Controleer of de netspanning met de gegevens op het
typeplaatje overeenkomt en de netschakelaar (7) zich in uit-
geschakelde toestand bevindt. Het regelapparaat met het net
verbinden (11). Toestel aan de netschakelaar (7) inschakelen.
Bij het inschakelen van het toestel wordt een zelftest uitge-
voerd, waarbij alle indicatie-elementen (1) in gebruikt zijn.
Daarna wordt gedurende korte tijd de ingestelde temperatu-
ur (gewenste waarde) weergegeven. Daarna schakelt de
elektronica automatisch over op de weergave van de gewen-
ste waarde. Het " "-symbool verschijnt en de 3 vaste tem-
peraturen van de temperatuurtoetsen I, II, III worden weerge-
geven. Het " "-symbool dient als optische regelcontrole.
Permanent branden betekent systeem warmt op. Knipperen
signaleert het bereiken van de bedrijfstemperatuur.

3.1 Temperatuurinstelling

3.1.1 Individuele temperatuurinstelling
Normaal gezien geeft het display (1) de werkelijke tempera-
tuurwaarde weer. Door op de UP- of DOWN-toets (2) (3) te
drukken, schakelt het display over de momenteel ingestelde
gewenste waarde. Het temperatuursymbool °C of °F knip-
pert.
De ingestelde gewenste waarde kan nu door het aantippen of
permanent indrukken van de UP- of DOWN-toets (2) (3) in de
gewenste richting veranderd worden. Wordt de toets perma-
nent ingedrukt, dan verandert de gewenste waarde in snel-
loop. Ca. 2 sec. na het loslaten schakelt het display automa-
tisch opnieuw over op de werkelijke waarde.
3.1.2 Temperatuurinstelling met temperatuur-
toetsen I, II, III
De gewenste temperatuurwaarde kan ook met de 3 tempe-
ratuurtoetsen I, II, III veranderd worden.
19
Instelling af fabriek: I 150°C ( 300°F)
II 350°C ( 662°F)
III 380°C (716°F)
Door het indrukken van een temperatuurtoets wordt de geko-
zen gewenste waarde gedurende ca. 2 sec. op het display
weergegeven. Tijdens de weergave van de gewenste waarde
knippert het temperatuursymbool. Daarna schakelt het dis-
play automatisch opnieuw naar de weergave van de gewen-
ste waarde terug.
3.1.3 Programmering van de temperatuurtoetsen I, II, III
De 3 temperatuurtoetsen I, II, III kunnen met willekeurige
temperatuurwaarden geprogrammeerd worden. Door het
indrukken van de UP- of DOWN-toets wordt de nieuwe tem-
peratuurwaarde ingesteld (zie 3.1.1). Het temperatuursym-
bool °C of °F knippert.
Daarna de gewenste temperatuurtoets I, II of III ingedrukt
houden. Tijdens het indrukken van de toets knippert de bij de
temperatuurtoets horende indicatie eveneens. Dit display
neemt na 3 sec. de waarde van de grote indicatie over.
Temperatuurtoets opnieuw loslaten.
De programmering van een temperatuurtoets met een lage
"setback"-temperatuur biedt de mogelijkheid om de tempe-
ratuur manueel te verlagen bij niet-gebruik van de soldeer-
bout.