16 www.aeg.com
5.
Meet het wasmiddel en wasverzach-
ter af.
6.
Sluit de wasmiddeldoseerlade voor-
zichtig. Zorg bij het sluiten van de
lade dat de klep geen blokkering
veroorzaakt.
9.3 Een programma instellen
en starten
1.
Draai de programmaschakelaar.
2.
Het lampje van toets
het rood.
3.
De lampjes van de standaard tem-
peratuur en centrifugesnelheid gaan
aan. om de temperatuur en/of de
centrifugesnelheid te wijzigen, drukt
u op de bijbehorende toetsen.
4.
Stel de beschikbare functies in en
het startuitstel. Als u op de relevante
toets drukt, gaat het lampje van de
ingestelde functie aan, of toont de
display het bijbehorende symbool.
5.
Druk op toets
ma te starten. Het lampje van toets
4
brandt in het rood.
4
knippert in
om het program-
4
3.
Draai de klep omhoog om poeder-
wasmiddel te gebruiken.
4.
Draai de klep omlaag om vloeibaar
wasmiddel te gebruiken.
Met de klep in de stand OM-
LAAG:
– Gebruik geen gelatineachtige
of dikke vloeibare wasmidde-
len.
– Giet niet meer vloeibaar was-
middel in het vakje dan de li-
miet op de klep.
– Stel de voorwasfase niet in.
– Stel de startuitstelfunctie niet
in.
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt
met water.
De wasmachine past de cy-
clustijd automatisch aan op
het wasgoed dat u in de
trommel hebt gedaan, voor
perfecte wasresultaten bin-
nen een minimaal benodigde
tijd. Na ongeveer 15 minuten
vanaf de start van het pro-
gramma geeft de display de
nieuwe tijdwaarde weer.
9.4 Een programma
onderbreken
1.
Als u op de toets
catielampje knippert.
drukt: Het indi-
4