5.3.4 Koptelefoon gebruiken
Gehoorschade!
Luister niet met een hoog volume via de koptelefoon. Dit kan tot blijvende
gehoorschade leiden. Stel het volume zo laag mogelijk in voordat u een koptelefoon
gaat gebruiken.
Gebruik alleen koptelefoons met een 3,5 mm jackplug.
>
Steek de stekker van de koptelefoon in de koptelefooningang van het
apparaat. Het geluid wordt nu alleen via de koptelefoon weergegeven, de
luidspreker is gedempt.
>
Als u weer via de luidspreker wilt luisteren, trekt u de stekker van de
koptelefoon uit de aansluiting van het apparaat.
Als u het maximale volume wilt instellen, verschijnt kort voor het bereiken
van het maximale volume het bericht [Let op! Hoog volume! OK?]. Bevestig
uw keuze met de toets OK. U kunt dan het volume instellen op de maximaal
mogelijke waarde. De instelling wordt opgeslagen tot de volgende keer dat
het apparaat wordt in-/uitgeschakeld.
5.4 Algemene functies van het apparaat
5.4.1 Apparaat aanzetten
>
Schuif de antenne aan de achterkant van het apparaat helemaal uit om een
goede DAB+/FM-ontvangst te garanderen. Zie hiervoor ook paragraaf 5.3.3.
>
Maak eerst de DIGITRADIO 3 klaar voor gebruik (zie aanwijzingen in paragrafen
5.3.1 en 5.3.2 hierboven).
>
Druk op de toets Aan/Stand-by van de afstandsbediening om de DIGITRADIO
3 aan te zetten.
Na de eerste keer aanzetten moet u eerst de [Taal] instellen. Selecteer
hiervoor met de toetsen < of > een van de beschikbare talen en druk op
OK om de keuze te bevestigen. Vervolgens voert het apparaat automatisch
een volledige zenderscan uit in de DAB-modus. Tijdens het zoeken toont de
display-informatie de voortgang en het aantal gevonden digitale radiostations.
Na voltooiing van de zenderscan wordt het eerste DAB+ programma
afgespeeld.
5.4.2 Apparaat uitzetten
>
Door de knop Aan/Stand-by ingedrukt te houden, kunt u het apparaat in de
stand-by-modus zetten. Het display toont kort de melding [Stand-by]. Datum
en tijd worden op het display weergegeven. Zie voor het aanpassen van de
helderheid van het display in de stand-by-modus in paragraaf 14.2.
DE
EN
FR
NL
151