PROBLEMEN
7. Bij het inschakelen van de messen slaat de motor af
8. Het controlelampje van de accu gaat niet uit
na enkele minuten
9. Het controlelampje van de olie gaat
branden tijdens het werk (indien voorzien)
10. De motor slaat af en het geluidssignaal treedt in
werking
11. De motor slaat af zonder enig geluidssignaal
12. De messen schakelen zich niet in of stoppen niet
onmiddellijk wanneer ze uitgeschakeld worden
13. Een onregelmatig maaibeeld en onvoldoende
opvang van gras
MOGELIJKE OORZAAK
– er geen toestemming tot het inschakelen is gegeven
– de batterij niet op de juiste manier wordt opgeladen
– er problemen zijn met de smering van de motor
De bescherming van de elektronische kaart
is in werking getreden doordat:
– er te veel spanning is, veroorzaakt door de laadregelaar
– de accu niet goed verbonden is
(er wordt onjuist contact gemaakt)
– de accu is niet aangesloten
– problemen aan de motor
– de drijfriem is losser geworden
– problemen met de elektromagnetische koppeling
– het maaidek staat niet goed ten opzichte
van het terrein
– de messen werken niet goed
– de rijsnelheid is te hoog ten opzichte van de hoogte
van het gras
– het kanaal is verstopt
– het maaidek zit vol met gras
OPLOSSING
– controleer of de toelatingsvoorwaarden worden
gerespecteerd (
5.2.c)
– Contacteer uw Verkoper
Zet de sleutel onmiddelijk in de «STOP» stand:
– controleer het oliepeil (
5.3.3)
– vervang de filter (bij aanhouding van het probleem
dient er contact te worden opgenomen met een
Contacteer uw Verkoper)
Zet de sleutel in de «STOP» stand en zoek de oorzaak:
– Contacteer uw Verkoper
– controleer de aansluitingen (
3.4)
– controleer de aansluitingen (
3.4)
– Contacteer uw Verkoper
– Contacteer uw Verkoper
– Contacteer uw Verkoper
– controleer de bandenspanning (
– stel het maaidek goed af ten opzichte van het terrein
(
6.3.1)
– Contacteer uw Verkoper
– verminder de rijsnelheid en/of verhoog de stand van
het maaidek (
5.4.5)
– wacht tot het gras droog is
– verwijder de opvangzak en reinig het kanaal
(
5.4.7)
– reinig het maaidek (
5.4.10)
5.3.2)
NL
35