5.3 Principes van het koken met een magnetron
In plaats van een traditionele warmtebron wordt in een magnetron een elektronenbuis
toegepast die elektromagnetische golven uitzendt. Deze golven zijn, net als radiogolven,
onzichtbaar. Alleen de gevolgen van hun werking zijn zichtbaar. De golven kunnen door
materialen als glas, porselein, kunststof en papier dringen. Omdat deze materialen geen
water, vet of olie bevatten worden zij niet door de microgolven verwarmd. Eenvoudig
gezegd: de microgolven dringen door tot in het gerecht en maken de water-, vet- of
oliemoleculen aan het trillen. Door de wrijving produceren zij warmte die wordt gebruikt
voor het ontdooien, verwarmen of koken. Tijdens het koken met microgolven ontstaat de
warmte in het gekookte product, anders dan bij een normaal kook- of grillproces, waarbij
de warmte aan het gerecht wordt toegevoegd van buitenaf. Als het apparaat niet is
beschadigd, blijft de energie die wordt geproduceerd door de microgolven in het apparaat
en vormt het geen gevaar voor de gebruiker.
•
Plaats het te bereiden gerecht voorzichtig in de magnetron, grotere stukken aan de
buitenkant neerleggen.
•
Houd de kooktijd in de gaten. U kunt het beste de kortste aanbevolen kooktijd
instellen en indien noodzakelijk de kooktijd verlengen. Een te lang gekookt gerecht
kan gaan roken of verbranden.
•
Dek het gerecht af tijdens het koken. Hierdoor worden de gerechten gelijkmatiger
gekookt en gaan niet spetteren.
•
Keer de gerechten tijdens het koken eenmaal om. Zo wordt het kookproces van
bijvoorbeeld een kip of een hamburger versneld. Grote stukken zoals een braadstuk,
moeten minimaal eenmaal gekeerd worden.
•
Gerechten als gehaktballetjes moeten minimaal één keer, na verloop van de helft
van de kooktijd, omgelegd worden. Dit houdt in dat de bovenste laag onder wordt
gelegd en de onderste laag boven; die uit het midden naar de rand en andersom.
- 132 -