NEDERLANDS
DMX-Chart voor modus 1MSL en 4MSL
1 MSL
DMX AANSLUITINGEN:
Het DMX-protocol is een breed gebruikt hogesnelheidssignaal om lichtuitrustingen te bedienen. U moet
uw DMX bediening en alle units met een gebalanceerde kabel van goede kwaliteit doorverbinden.
Zowel de XLR-3pin als XLR-5pin connector worden gebruikt, echter de XLR-3pin is populaider want
deze kabels zijn compatible met gebalanceerde audio kabels.
Pin layout XLR-3pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+)
Pin layout XLR-5pin: Pin1 = GND ~ Pin2 = Negatief signaal (-) ~ Pin3 = Positief signaal (+) ~ Pin 4+5
niet in gebruik.
Om vreemd gedrag van de lichteffecten, veroorzaakt door storing, te voorkomen, moet u een
afsluitweerstand van 90Ω tot 120Ω aan het eind van de keten gebruiken. Gebruik nooit een Y-splitkabel,
dit zal eenvoudig niet werken!
Weet zeker dat alle units op het lichtnet zijn aangesloten.
Elk lichteffect in de keten heeft een eigen DMX startadres nodig zodat het weet
welke commando's van de bediening het moet ontcijferen. In de volgende sectie
zal u leren hoe het DMX adres in te stellen.
HOE HET CORRECTE STARTADRES INSTELLEN:
In vorig hoofdstuk wordt beschreven hoe u het adres op dit toestel moet instellen (DMX-512 adres instellen).
Het startadres van elk toestel is zeer belangrijk. Het is echter onmogelijk u mede te delen welk start adres u
zou moeten gebruiken omdat dit volledig afhangt van de controller die u gaat gebruiken Gelieve hiervoor de
handleiding van uw DMX-controller te raadplegen.
BRITEQ
35/38
®
HANDLEIDING
4 MSL
BT-30FC
NEDERLANDS
DMX-CONFIGURATE VAN DE BT-30FC:
Modus met 9 kanalen
Modus met 16 kanalen
BRITEQ
36/38
®
HANDLEIDING
BT-30FC