nl - Gebruik
Spoelhulzen
Schachten en
werkeinden
Niet-demonteerba‐
re schachtinstru‐
menten
Trocarts met
holtes
130
Praktijkvoorbeelden
De spoelhulzen zijn geschikt voor de behandeling van instrumenten
met lumina en de volgende buitendiameters:
– E 442, spoelhuls voor instrumenten met Ø 4 - 8 mm, lengte
121 mm, Ø 11 mm, kapje met opening Ø 6 mm.
– E 443, spoelhuls voor instrumenten met Ø 8 - 8,5 mm, lengte
121 mm, Ø 11 mm, kapje met opening Ø 10 mm
U kunt de uitstroomopeningen via apart verkrijgbare kapjes variëren:
– E 445, 12 kapjes voor spoelhulzen, opening Ø 6 mm
– E 446, 12 kapjes voor spoelhulzen, opening Ø 10 mm
De diameters van de instrumenten en van de openingen in de spoel‐
hulzen c.q. kapjes moeten bij elkaar passen.
Plaats schachten van MIC-instrumenten in spoelhulzen met een
kapje.
Plaats HF-tangen en elektrodes met het functionele uiteinde naar
beneden in spoelhulzen met een kapje.
Steek niet-demonteerbare schachtinstrumenten in een spoelhuls.
De functionele uiteinden moeten geopend zijn. Houd zo nodig de
handgreep met een klemveer E 472 open.
Verbind de zijdelingse aansluitingen van de instrumenten met een
slangadapter
E 448. Verbind de slangadapter met een siliconen houder of met
een schroefverbinding in de injectoreenheid.
Steek trocarts met holtes in spoelhulzen.
Steek trocarthulzen met een Ø kleiner dan 10 mm in spoelhulzen.
Verbind de zijdelingse aansluiting met een slangadapter E 448. Ver‐
bind de slangadapter met een siliconen houder resp. met een
schroefverbinding in de injectoreenheid.