Nederlands
Welkom!
Dank u voor uw aankoop van de Sony Cassette-Corder.
Enkele kenmerken van dit toestel:
• DPC (Digital Pitch Control) waarmee u de snelheid en de
toonhoogte van het weergavegeluid kunt regelen.
• De weergavesnelheid kan worden geregeld binnen een bereik
van ongeveer +100% tot –50%. Als u de weergavesnelheid
verandert, wordt de toonhoogte automatisch geregeld.
• Ingebouwde platte microfoon voor een duidelijke opname van
de stem.
• De BATT/REC lampjes geven de staat van de batterij aan in
twee stappen en het i lampje geeft aan wanneer de batterij
aan vervanging toe is.
• VOR (Voice Operated Recording) systeem dat de opname
automatisch start en stopt bij aanwezigheid of afwezigheid van
geluid, om band en batterijen te sparen.
• Een mechanisme waarmee de recorder automatisch uitschakelt
als het einde van de band wordt bereikt. (alleen in opname/
weergavemodus)
• Een mechanisme waarmee de pauzestand automatisch wordt
opgeheven zodra u opnieuw op p drukt. Zo mist u geen
opnamen meer omdat de pauzestand per ongeluk nog was
ingeschakeld.
z Voorbereiding
Een voedingsbron klaarmaken
Kies één van de volgende voedingsbronnen.
Droge batterijen (zie afb. A-a)
Controleer of niets is aangesloten op de DC IN 3V aansluiting.
1
Open het deksel van de batterijhouder.
2
Plaats twee R6 (AA) batterijen (niet meegeleverd) met de
juiste polariteit en sluit het deksel.
De batterijen uitnemen (zie afb. A-b)
Het deksel van de batterijhouder vastmaken als het
per ongeluk is losgekomen (zie afb. A-c)
Bevestigen zoals afgebeeld.
Levensduur batterijen (bij benadering in uren)
Opname
Sony alkaline LR6 (SG)
8,5
Sony R6P(SR)
2
Wij raden alkalinebatterijen met lange levensduur aan.
Opmerkingen
• Laad geen droge batterijen op.
• Gebruik geen nieuwe batterij samen met een oude.
• Gebruik geen verschillende types batterijen samen.
• Als u het toestel gedurende lange tijd niet gebruikt, moet u de batterijen
verwijderen om beschadiging door lekken en corrosie te vermijden.
• Droge batterijen worden niet uitgeput wanneer een andere voedingsbron is
aangesloten.
Wanneer de batterijen vervangen? (zie afb. A-d)
Vervang de batterijen door nieuwe wanneer het BATT/REC
lampje dooft en het i lampje knippert.
De BATT/REC lampjes veranderen zoals afgebeeld.
Opmerkingen
• Tijdens FF(CUE) of REW(REVIEW) kan het i lampje knipperen. Vervang de
batterijen enkel als de band niet correct loopt.
• In sommige gevallen, wanneer het toestel werkt op oplaadbare batterijen,
licht slechts één BATT/REC lampje op, ook al zijn de batterijen volledig
opgeladen.
• Wanneer de batterijen een tijdje in gebruik zijn, kunnen de BATT/REC
lampjes knipperen op het weergavegeluid als het volume wordt
opengedraaid. Dit betekent niet dat de batterijen moeten worden vervangen.
• Het toestel blijft nog een tijdje spelen nadat het i lampje is beginnen
knipperen. Vervang dan de batterijen wel zo snel mogelijk. Als u dat niet
doet, kan de ingebouwde luidspreker een luid signaal laten weerklinken of
gebeurt de opname niet correct.
• Wanneer de band begint te lopen of aan het eind van de band licht het i
lampje even op. Als het lampje dooft hoeven de batterijen niet te worden
vervangen.
Netstroom (zie afb. A-e)
Sluit de netstroomadaptor aan op DC IN 3V en een stopcontact.
Gebruik de AC-E30HG AC netstroomadaptor (niet
meegeleverd). Gebruik geen andere netstroomadaptor.
Polariteit van de stekker
z Bediening
Opnemen (zie afb. B-a,b)
Geluid kan makkelijk worden opgenomen met de ingebouwde
microfoon. Gebruik een (TYPE I) band.
Controleer of niets is aangesloten op de MIC aansluiting.
1
Open het deksel van de cassettehouder.
2
Span de band op en breng de cassette in met de kant waarop
u wilt opnemen naar de cassettehouder gericht.
3
Sluit het deksel van de cassettehouder.
4
Zet VOR op L, H of OFF. Voor meer details, zie "VOR (Voice
Operated Recording)".
5
Druk op r REC.
De opname start.
Plaats het toestel op een harde ondergrond zoals
bijvoorbeeld een bureau met de cassettehouder naar boven
zodat de platte microfoon goed kan opnemen.
Terwijl de band loopt, brandt het REC lampje en knippert
het op basis van de geluidssterkte.
Aan het eind van de band stopt de opname en wordt het toestel
automatisch uitgeschakeld.
Om
Indrukken of verschuiven
De opname te stoppen
p STOP
De opname tijdelijk te
PAUSE c
onderbreken
Om de opname-pauzestand te verlaten,
laat PAUSE c* los.
De cassette te
Druk op p STOP en open de
verwijderen
cassettehouder met de hand.
* PAUSE c wordt ook automatisch vrijgemaakt wanneer u op p STOP
drukt (stop-pauze-vrijmaak functie).
Opmerking
Gebruik geen CrO
(TYPE II) of metal (TYPE IV) band, zoniet kan het
2
weergavegeluid worden vervormd of kan de vorige opname niet volledig
worden gewist.
Om te voorkomen dat een band per ongeluk wordt
overspeeld (zie afb. B-c)
Verwijder de wispreventienokjes. Als u een beveiligde cassette
later weer voor opname geschikt wilt maken, dient u de
ontstane openingen met een stukje plakband te bedekken.
Een cassette afspelen (zie afb. C)
1
Open het deksel van de cassettehouder.
2
Plaats een cassette in de cassettehouder met de kant die u
wilt afspelen in de richting van de cassettehouder.
3
Sluit het deksel van de cassettehouder.
4
Druk op ( PLAY om het volume te regelen.
Aan het eind van de band stopt de weergave en wordt het
toestel automatisch uitgeschakeld.
Om
De weergave te stoppen
De weergave tijdelijk te
onderbreken
Snel vooruit te spoelen**
Snel achteruit te spoelen**
Vooruit te zoeken met
geluid (CUE)
Achteruit te zoeken met
geluid (REVIEW)
De cassette te
verwijderen
*
PAUSE c wordt ook automatisch vrijgemaakt wanneer u op p STOP
drukt (stop-pauze-vrijmaak functie).
** Als u het apparaat aan laat staan navooruit-of terugspoelen van de band,
zullen de batterijen snel leeg raken. Druk altijd op p STOP.
Gebruik van diverse functies (zie
afb. D)
Gebruik van de bandteller
Druk vóór het opnemen op de teller-nulsteltoets om de TAPE
COUNTER op "000" terug te zetten. Dit is handig om later het
begin van de bandopname vlot terug te vinden.
VOR (Voice Operated Recording)
Zet VOR op L of H. Druk op r REC en het toestel begint
automatisch op te nemen bij geluid en pauzeert wanneer er geen
geluid is (zo spaart u cassettes en batterijen). U kunt VOR tijdens
Weergave
het opnemen op L of H zetten.
H : om op te nemen op een vergaderingen of in een stille
8,5
omgeving.
2
L : om te dicteren of op te nemen in een lawaaierige omgeving.
Wanneer u dit systeem gebruikt in een lawaaierige omgeving,
blijft de opnamestand ingeschakeld. Als het geluid daarentegen
te zacht is, begint het toestel niet op te nemen. Zet VOR op L
(low) of H (high) afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden.
Zet VOR op OFF wanneer u deze functie niet wenst te
gebruiken.
Opmerkingen
• De werking van het VOR-systeem hangt af van de omgevingsvoorwaarden.
Als u niet het gewenste resultaat bekomt, zet u VOR op OFF.
• Wanneer het VOR-systeem aan staat, begint het toestel pas op te nemen
wanneer er geluid wordt gedetecteerd. Daardoor kan eventueel het begin van
een woord niet worden opgenomen. Voor een belangrijke opname raden wij
aan VOR op OFF te zetten.
Het geluid controleren
Sluit een hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aan op EAR. Het
controlevolume kan niet worden geregeld met VOL. Het
opnamegeluid is vast.
Beginnen met opnemen tijdens weergave
Druk tijdens de weergave op r REC. De opname start dan
onmiddellijk. Dit is handig om het gedeelte dat pas is
opgenomen opnieuw op te nemen.
De opname controleren
Druk tijdens de opname op 0 REW/REVIEW. Laat de knop
los op de plaats waar u de weergave wilt starten.
Aan het eind van de band (automatisch
uitschakelmechanisme)
De opname of weergave stopt en het toestel wordt automatisch
uitgeschakeld.
DPC (Digital Pitch Control) en
snelheidsregelfunctie
De toonhoogte samen met de weergavesnelheid
regelen
Stel SPEED/PITCH CONTROL in als volgt:
Voor weergave
met lage snelheid
met normale snelheid
met hoge snelheid
Opmerkingen
• Ondanks de DPC schakelaar kunt u nooit dezelfde toonhoogte als het
origineel bekomen. De toonhoogte verschilt altijd enigszins van het origneel.
• Wanneer de batterijen verzwakt zijn, kan de SPEED/PITCH CONTROL
stoppen wanneer u er te snel aan draait. Draai er dan traag aan of vervang de
batterijen.
• Wanneer aan SPEED/PITCH CONTROL wordt gedraaid of het volume
tijdens de weergave wordt geregeld, kunnen de BATT/REC lampjes
knipperen.
Opnemen van diverse
geluidsbronnen
Opmerkingen (voor de opname)
•Sluit stekkers goed aan.
•Maak een proefopname om na te gaan of de aansluitingen correct zijn
uitgevoerd en het volume goed is ingesteld.
•De volgende voorbeelden zijn gebaseerd op Sony-apparatuur. Indien u
problemen hebt bij het gebruik van andere apparatuur, moet u de
handleiding van die apparatuur erop naslaan.
Opname met een externe microfoon (zie
afb. E-a)
Sluit een microfoon aan op de MIC aansluiting. Die is makkelijk
terug te vinden aan de hand van het kleine uitsteeksel. De
ingebouwde microfoon wordt losgekoppeld en het geluid wordt
opgenomen via de externe microfoon.
Een microfoon met stekkervoeding wordt via het toestel gevoed.
Om de opname te starten, brengt u een cassette in en drukt u op
r REC.
Opmerking
Bij opname met een externe microfoon kan het VOR-systeem niet goed werken
door het verschil in gevoeligheid.
Opname van andere apparatuur (zie afb. E-
b)
Sluit andere apparatuur aan op de MIC aansluiting met behulp
van de RK-G64HG kabel (niet meegeleverd).
1
Breng een cassette in.
2
Regel het geluid van de aangesloten apparatuur.
3
Druk op r REC.
Indrukken of verschuiven
p STOP
PAUSE c
Om de opname-pauzestand te verlaten,
laat PAUSE c* los.
) FF/CUE vanuit de stopstand
0 REW/REVIEW vanuit de stopstand
Hou ) FF/CUE ingedrukt en laat de toets
los op het gewenste moment
Hou 0 REW/REVIEW ingedrukt en
laat de toets los op het gewenste moment
Druk op p STOP en open de cassettehouder
met de hand.
Zet SPEED/PITCH CONTROL op
SLOW
Midden
FAST
z Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Voedingsbronnen
Laat het toestel alleen werken op 3V DC. Gebruik enkel de
aanbevolen netstroomadaptor voor voeding op netstroom.
Gebruik nooit een andere adaptor. Laat het toestel alleen op
twee R6 (AA) batterijen werken.
Het apparaat
• Zet het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen of
op een plek waar het wordt blootgesteld aan directe
zonnestraling, overmatig stof, trillingen of schokken.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat
terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopcontact
en laat het apparaat eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Wanneer het apparatuur gedurende lange tijd niet werd
gebruikt, moet u de weergavestand inschakelen en het enkele
minuten laten opwarmen alvorens een cassette in te brengen.
Aangezien er een sterke magneet wordt gebruikt in de
luidsprekers, dient u credit-cards met een magnetische codering
en horloges met een opwindmechanisme uit de buurt van het
apparaat te houden om eventuele beschadiging door de
magneet te voorkomen.
Cassettes van meer dan 90 minuten
Het gebruik van cassettes met een speelduur van meer dan 90
minuten is niet aangeraden, tenzij voor langdurige,
ononderbroken opname of weergave. De band van dergelijke
cassettes is heel dun en rekt makkelijk.
Mocht u vragen hebben of problemen met de bediening, aarzel
dan niet contact op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Verhelpen van storingen
Mocht er na het uitvoeren van deze controles nog een probleem
zijn, raadpleeg dan de dichtsbijzijnde Sony handelaar.
Er kan niet worden opgenomen.
m
Er is geen cassette ingebracht.
m
Het wispreventienokje is verwijderd. Om weer te kunnen
opnemen op de cassette, moet u de opening afdekken met een
stukje kleefband.
m
De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide batterijen.
m
De weergave/opname-kop is vuil.
De weergave start niet.
m
De band is ten einde. Spoel de band terug.
m
De weergave/opname-kop is vuil.
De band stopt of start niet bij gebruik van CUE/
REVIEW.
Er kan niet snel vooruit of achteruit worden gespoeld.
m
De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide batterijen.
Het toestel werkt niet.
m
De batterijen zijn verkeerd geplaatst.
m
De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide batterijen.
m
PAUSE c is in de richting van het pijltje geschoven.
m
De netstroomadaptor of het autobatterijsnoer zijn niet goed
aangesloten.
m
Er zitten batterijen in het toestel maar tegelijkertijd is de
netstroomadaptor aangesloten en zit de stekker niet in het
stopcontact.
Er komt geen geluid uit de luidsprekers.
m
De oortelefoon is aangesloten.
Het volume staat volledig dicht.
m
Het geluid valt weg of er is veel ruis.
m
De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide batterijen.
De koppen zijn vuil.
m
m
Als de cassette zonder houder op een luidspreker is gelegd, kan
het geluid vervormd zijn.
m
U gebruikt CrO
(TYPE II) of metal (TYPE IV) band.
2
De opname wordt onderbroken.
m
VOR staat op L of H. Zet deze regeling op OFF wanneer u VOR
niet gebruikt.
Het geluid is onstabiel en de toonhoogte verandert
plots.
m
SPEED/PITCH CONTROL staat niet in het midden.
m
De batterijen zijn verzwakt. Vervang beide batterijen.
m
De capstan en aandrukrollen zijn vuil.
De opname kan niet volledig worden gewist.
m
De wiskop is vuil.
De weergavesnelheid is te hoog of te laag.
m
SPEED/PITCH CONTROL staat niet in het midden.
Tijdens de werking is enige ruis hoorbaar.
m
De tellerterugsteltoets is niet goed ingedrukt. Druk hem goed in
om de teller op 000 te zetten.
Wanneer de band na snel vooruit of achteruit spoelen
het einde heeft bereikt, is enige ruis hoorbaar.
Het toestel staat niet in de stopstand. Druk op p STOP.
m
Onderhoud (zie afb. F)
De koppen en het bandloopvlak reinigen
Druk op r REC terwijl u de hendel ingedrukt houdt.
Het is aanbevolen de koppen, de aandrukrollen en de capstan-
assen na elke 10 gebruiksuren te reinigen met een wattenstaafje
dat licht bevochtigd is met alcohol.
De behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een zachte doek, licht bevochtigd met
water. Gebruik geen alcohol, benzine of thinner.
Technische gegevens
Opnamesysteem
2 sporen, 1 kanaal mono
Frequentiebereik
250 - 6.300 Hz
Luidspreker
Diam. ong. 3,6 cm
Uitgangsvermogen
150 mW (bij 10 % harmonische vervorming)
Ingang
Microfoon-ingang (ministekker), gevoeligheid 0,2 mV voor een microfoon met
lage impedantie van 3 kOhm of minder
Uitgang
Oortelefoon-aansluiting (ministekker) voor een oortelefoon van 10 kOhm of
minder
Bandsnelheidsvariatie
van +100% tot –50%
Voeding
3V DC
Twee R6 (AA) batterijen
Afmetingen (b/h/d) (incl. uitstekende onderdelen en regelaars)
Ong. 90,9 × 113,0 × 37,8 mm
Gewicht
Ong. 205 g excl. batterijen
Ong. 275 g inlcusief batterijen en cassette
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder
kennisgeving.