2.8 Het gebruik van een generator of transformator
Dit apparaat kan door een generator of transformator van de bouwplaats worden gevoed, wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: Het afgegeven vermogen in watt is minstens het dubbele van wat op het typeplaatje van het
apparaat staat aangegeven, de bedrijfsspanning dient altijd binnen de +5% en ‑15% ten opzichte van de nominale
spanning te liggen en de frequentie moet 50 tot 60 Hz en mag nooit meer dan 65 Hz bedragen, en er dient een
automatische spanningsregelaar met aanloopversterking voorhanden te zijn.
AANWIJZING
Het in- en uitschakelen van andere apparaten kan onderspannings- en/of overspanningspieken veroorzaken, waardoor
het apparaat beschadigd kan raken. Bij gebruik van een generator/transformator in geen geval gelijktijdig andere
apparaten aansluiten en gebruiken.
3 Toebehoren
Omschrijving
nl
Beveiliging tegen diefstal TPS
(Theft Protection System) met
Company Card, Company Remote
en vrijschakelsleutel TPS‑K
Wateropvangsysteem (in kolom)
Wateropvangsysteem (handgeleid)
Boorkolom (met combivoetplaat en
zwenkmechanisme)
Boorkolom met ankervoetplaat
Vacuümvoetplaat
Diepte-aanslag
Handwiel (hendel)
Handwiel (kruisgreep)
Boorkroonverlenging (BI+)
Jack-Screw
Rota-Rail (kolomdraaistuk)
4 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
Het apparaat is verkrijgbaar in verschillende nominale spanningen. De nominale spanning en het nominale opgenomen
vermogen van het apparaat staan vermeld op het typeplaatje.
Nominale
spanning
100
[V]
Nominale
15
stroom
[A]
Netfre-
50/60
quentie
(Hz)
140
Afkorting
DD-ST-120/160-VBP
110 GB
110 TW
16
15
50/60
50/60
Beschrijving
Optioneel
120
127
19,5
18,5
60
50/60
220
230
10
10,3
50/60
50/60
240
9,9
50/60