Storch PYTHON TMR 55-80-140 Mode D'emploi page 9

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
AARDING:
Dit systeem moet geaard worden. De stekker moet
aan een reglementair geïnstalleerd stopcontact
aangesloten worden.
GEVAAR:
Als de aardingsstekker niet correct geïnstalleerd
is kan dat leiden tot elektrocutie.
Als de kabel of de stekker moeten gerepareerd of
vervangen worden, dan moet dat door een elektricien
gebeuren.
VERLENGKABEL:
Zorg ervoor dat de verlengkabel niet beschadigd
is. Zorg ervoor dat de diameter van de kabel
voldoende groot is. Een te dunne verlengkabel
reduceert de spanning, wat leidt tot een
stroomvermindering en oververhitting van de turbine.
Bij twijfel één kabeldikte groter gebruiken.
BRAND- OF EXPLOSIEGEVAAR:
Oplosmiddelen:
Halogeenkoolwaterstof houdende oplosmiddelen
kunnen bij gebruik met aluminium of verzinkte
onderdelen
in
vloeistofsysteem (pompen, verwarmingstoestellen, filters,
ventielen, spuitpistolen, tanks, enz.), een explosie
veroorzaken. De explosie kan leiden tot zware verwondingen,
de dood en/of aanzienlijke materiële schade.
Halogeenkoolwaterstof houdende oplosmiddelen kunnen in
reinigingsmiddelen, lak of verven, enz. aanwezig zijn. Verzinkte
onderdelen reageren met halogeenkoolwaterstof houdende
oplosmiddelen.
GEEN HALOGEEN
KOOLWATERSTOFFEN GEBRUIKEN.
VOORBEREIDING:
Instelling van het materiaal
1. Het materiaal instellen volgens de aanbevelingen van de
verffabrikant.
2. Het materiaal voor elk gebruik zeven.
3. Het materiaal met een compatibel oplosmiddel verdunnen.
Het materiaal dat verwerkt moet worden, moet steeds in
spuitviscositeit ingesteld worden. De correcte spuitviscositeit
wordt met behulp van een viscositeitsbeker ingesteld.
De viscositeit van het te verwerken materiaal wordt vermeld
op de technische fiche van de fabrikant van het materiaal.
Instellen van het spuitpistool
Het pistool met onderbeker wordt met de volgende spuittips
een
gesloten
(druk-)
geleverd:
1,3 – 1,7 – en 2,5 mm en een rode (voor 1,3 mm sproeier)
en een blauwe (voor 1,7 + 2,5 mm sproeier) luchtkap.
Vooraleer u met de werken begint steeds eerst een spuittest
uitvoeren.
Door aan de instelschroef voor de hoeveelheid materiaal te
draaien wordt het spuitbeeld qua spuitbreedte en hoeveelheid
materiaal aangepast aan het voorwerp dat bewerkt moet
worden.
Soort spuitstraal:
1. Ronde straal: luchtkap in diagonale positie
2. Verticale spuitstraal: luchtkap in horizontale positie
3. Horizontale spuitstraal: luchtkap in verticale positie
Keuze van de correcte spuittip, naald en luchtkap:
De gegevens van de fabrikant van het materiaal moeten
nageleefd worden. Deze staan op de technische fiches
waarin de aanbevelingen voor de verwerking/grootte van de
spuittip opgenomen worden.
Voor de 1,3 mm spuittip: rode luchtkap
Voor 1,7 + 2,5 mm spuittip: blauwe luchtkap
- Voor de vervanging van de spuittip en de naald de luchtkap
en de houder van de luchtkap aan de voorzijde van het
pistool afnemen.
- Met de meegeleverde spuittipsleutel de spuittip
demonteren.
- De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Aansluiting van de luchtslang:
De luchtslang wordt met de bajonetsluiting aan de turbine
en met het andere uiteinde met het pistool met onderbeker
verbonden.
Techniek voor het aanbrengen
Het spuitpistool loodrecht op het oppervlak en steeds op
gelijke afstand ongeveer 15-20 cm bewegen.
Het spuitpistool steeds gelijkmatig en afhankelijk van de
positie van de luchtkap, ofwel horizontaal ofwel verticaal
bewegen over het oppervlak waarop de laag gespoten moet
worden.
Overlappen van de spuitstraal:
Om een gelijkmatige afwerking van het oppervlak te
9 9 9 9 9

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières