4. Geeft aan dat u een CTCSS- of DCS-code hebt ingesteld bij verzending of ontvangst. Als
u een code instelt bij verzending, verschijnt het pictogram alleen wanneer u verzendt, als u
een code instelt bij ontvangst, verschijnt het pictogram ook in de standby-modus.
5. Verschijnt wanneer shift + is ingeschakeld.
6. Verschijnt wanneer shift - is geactiveerd.
7.
Verschijnt wanneer de Dual Watch-functie actief is.
8. Geeft een vergrendeld toetsenbord aan. Om het toetsenbord te ontgrendelen, drukt u op
de * toets
9.
De VOX-functie is actief.
10. Omgekeerde frequentie.
11. N-smalle bandbreedte. Als breedband is geselecteerd, verschijnt er geen pictogram op het
scherm.
12. Indicator batterijniveau. Als de batterij bijna leeg is, knippert het pictogram en wordt de
emissie geblokkeerd. Laad de batterij op.
13. en 17. Afhankelijk van de instellingen zal het de gebruikte frequentie, de kanaalnaam, menu-
instellingen, enz. weergeven.
14. en 15. Geeft aan dat VHF in gebruik is of geeft het menu of de instelling aan waarin u zich
bevindt.
16. en 18. Geeft het opgeslagen kanaalnummer aan.
Handleiding
306