Elektrische installatie voor trekhaak
Elektrische set inbouwen
1. Minkabel van de accu afklemmen.
2. Indien nodig de volgende afdekkingen en bekledingen verwijderen:
•
In de kofferbak
Afdekking van de kofferbakvloer
-
Bekleding aan de linkerkant van de kofferbak
-
•
Achterbank / zitvlak naar voren klappen
•
Aan de linkerkant van het voertuig
Instapriegels aan de bestuurderszijde, voren en achteren
-
Onderste bekleding van de A-stijl
-
3. Door middel van de 3-polige stekker voor de continu plus voorbereiding (fig. 1/7) kunnen de
functies "Laadleiding" en "Massa voor laadleiding" ook achteraf worden geïnstalleerd. Stekker
in de kofferbak aansluiten.
4. Het bijgesloten minirelais (fig. 1/6) in de relaisvoet insteken. De relaisvoet met kabelbinders of
klitteband bevestigen.
5. De kabels "bn" en "bn/wt" met het kabeloog op het massapunt van het voertuig (fig. 1/5)
aansluiten.
Voedingsspanning aansluiten
De voedingsspanning wordt direct via "continu plus" (+30) op de accu tot stand gebracht (fig. 1/1).
6. De geel kabel aan de linker kant langs de kabelbundel van het voertuig leggen, in richting van
de motorruimte. Daarbij te werk gaan zoals getoond in het voertuigschema (fig. 1).
7. Kabel door een geschikte kabeldoorvoer (fig. 1/3) schuiven; zo nodig gebruik maken van een
kabeltuit. Kabel veilig vastmaken.
8. De platte stekkerhuls van de geel kabel uit de kabelbundel en de rode enkelvoudige kabel in
de zekeringhouder (fig. 2) inklikken. Secundaire vergrendeling sluiten.
9. Kabeloog van de enkelvoudige kabel op de M6-schroefaansluiting van de accu-plus-verdeler
(fig. 1/2) monteren.
10. Zekeringhouder zodanig vastmaken dat hij beschermd is tegen spatwater.
11. 15 A zekering plaatsen.
Opmerking: Let op voldoende snoerontlasting en correcte bevestiging van de zekeringhouder.
Stuurleiding aansluiten
12. Enkelvoudige oranje kabel op klem 15 van de stuurleiding (fig. 1/4) (+ 12 Volt bij ingeschakeld
contact) aansluiten. Daarbij gebruik maken van de meegeleverde zelfsnijdende connectoren.
Werking controleren
13. De minkabel van de accu weer aansluiten.
14. De aanhangerfuncties m.b.v. een geschikt testapparaat (met belastingsweerstanden) of met
een aanhanger controleren.
15. Alle kabels met kabelbinders bevestigen.
16. Alle uitgebouwde onderdelen weer monteren.
Ladeltg. Erweiterung
300 028 391 101-002
13