Plaatsing en waterpas zetten
Zet de wasmachine waterpas door de pootjes
hoger of lager te zetten.
De machine MOET waterpas en stabiel staan
op een platte, harde ondergrond. Controleer
de afstelling, indien nodig, met een luchtbe-
lwaterpas. Alle noodzakelijke afstellingen kun-
nen worden uitgevoerd met een moersleutel.
Zorgvuldige horizontale afstelling voorkomt
trillingen, lawaai of verschuiving van de machi-
ne tijdens de werking.
Herhaal het waterpas zetten als de machine
nog niet waterpas en stabiel staat.
Waarschuwing! Dit apparaat kan alleen
als vrijstaand toestel worden gebruikt.
Verwijder nooit het werkblad.
Watertoevoer
Let op! Deze machine moet worden
aangesloten op een koudwatertoevoer.
www.zanussi.com
Voordat u de machine op nieuwe leidingen aan-
sluit, of op leidingen die lange tijd niet zijn ge-
bruikt, moet u een aanzienlijke hoeveelheid wa-
ter gebruiken om vuil dat zich in de leidingen
heeft opgehoopt, weg te spoelen.
Er is een waterslang meegeleverd. U vindt deze
slang in de trommel van de machine.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding
geen eerder gebruikte slangen.
1.Open de vuldeur en neem de toevoerslang
uit de trommel.
2.Sluit de slang met
de haakse aansluiting
op de machine aan.
Bevestig de toevoers-
x 4
lang niet naar bene-
den gericht. Bevestig
de slang altijd onder
een hoek naar links of
naar rechts, afhanke-
lijk van de plaats waar
de waterkraan zich
bevindt.
3.Breng de slang in de juiste positie door de
ringmoer los te draaien Als de toevoerslang
zich in de juiste positie bevindt, draai de ring-
moer dan weer vast om lekkage te voorkomen.
4.Sluit de slang aan
op een kraan met
3/4"-schroefdraad.
De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als
de slang te kort is en u de kraan niet wilt ver-
plaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moe-
ten kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt.
9