Opgelet! Gevaar voor stralen en verbran-
dingen
• Op de werkplek wijzen op het gevaar voor de
ogen door een bord „Let op, niet in de vlammen
kijken!".
• De werkplekken moeten indien mogelijk zo wor-
den afgeschermd, dat personen in de omgeving
beschermd zijn.
• Onbevoegden moeten op afstand van de las-
werkzaamheden worden gehouden.
• In de directe omgeving van vaste werkplekken
mogen de wanden niet lichtgekleurd en niet
glanzend zijn.
• De vensters moeten minimaal tot hoofdhoogte
worden beschermd tegen het doorlaten of
terugkaatsen van stralen, bijvoorbeeld door een
geschikte verflaag.
Houd het lasapparaat voor gevulde draad, de stekker
en de netkabel buiten bereik van open vuur en hete
oppervlakken.
Las niet op reservoirs, vaten of buizen waarin brand-
bare vloeistof of gassen hebben gezeten.
Hout, zaagsel, lakken, oplosmiddelen, benzine,
kerosine, aardgas, acetyleen, propaan en dergelijke
materialen dienen van de werkplaats en de omgeving
verwijderd te worden, resp. tegen de vonkenregen
beschermd te zijn.
Als maatregel voor brandbestrijding moet in de buurt
een geschikt blusmiddel aanwezig zijn.
Opgelet! Brandgevaar vanwege spattende
vonken
Als de smeltvloeibare of gloeiende metalen- en
slakdeeltjes op brandbare stoffen komen, kunnen
deze ontsteken en brand veroorzaken. Verwijder
daarom voor aanvang van de laswerkzaamheden
alle brandbare voorwerpen uit uw werkgebied.
Zorg ervoor dat een geschikte brandblusser
klaarstaat.
Let met name op bij de volgende materialen:
• Papier
• Lompen
• Textiel
• Hout en houtvezels
• Rubber
• Kunststof
• Benzine
• Olie
• Teerachtige stoffen
• Verf en oplosmiddelen
Geen las- of snijwerkzaamheden aan reservoirs of
buizen uitvoeren, ook niet als deze open zijn of als
u materialen ontvangt of ontvangen hebt die door
warmte of vocht kunnen exploderen of andere
gevaarlijke reacties oproepen.
WAARSCHUWING! Geen las- of snijwerkzaamheden
aan gesloten reservoirs of buizen uitvoeren.
Opgelet! Explosie- en brandgevaar door
lasvonken
Zowel de lasvonken alsook het intensief verhitte
laspunt zelf kunnen explosies veroorzaken.
Gebruik het apparaat daarom niet in een explo-
siegevaarlijke omgeving, waarin zich substanties
zoals brandbare vloeistoffen, gassen en verfnevel
bevinden.
Let op het volgende:
• Als het lasapparaat voor gevulde draad in ge-
bruik is, mag de brander niet op het lasapparaat
voor gevulde draad zelf of op een ander elektrisch
apparaat worden gelegd.
• Raak voor beëindiging van uw laswerkzaamhe-
den niet de contacttip zelf of een ander metalen
voorwerp dat in contact staat met de contacttip
aan.
• Onderbreek na beëindiging van uw laswerk-
zaamheden onmiddellijk de voeding van het
apparaat.
• Let er beslist op, dat er geen kabel om uw
lichaam wordt gewikkeld.
• Let er beslist op, dat u zich niet binnen de
lasstroomkring bevindt. Brander en massa moe-
ten zich altijd aan dezelfde zijde bevinden.
Het lasapparaat voor gevulde draad mag uitsluitend
op een effen en vlakke ondergrond worden geplaatst.
Bij het lassen moeten de betreffende nationale
richtlijnen en wetten in acht worden genomen. Dit
geldt met name voor de betreffende ongevallenpre-
ventievoorschriften.
Het lasapparaat mag slechts op een vlakke onder-
grond en met een naar behoren gezekerde gasfles
gebruikt worden.
Om schade aan het apparaat te voorkomen, mag het
uitsluitend rechtop staand worden getransporteerd.
Gevarenbronnen
Werkzaamheden aan de netspanningszijde, bijvoor-
beeld aan kabels, stekkers, contactdozen etc. alleen
door een vakman laten uitvoeren. Dit geldt met name
voor het maken van tussenkabels.
Bij ongevallen de lasstroombron onmiddellijk van het
net scheiden.
Indien elektrische aanraakspanningen optreden,
moet het apparaat onmiddellijk worden uitgescha-
keld en door een vakman worden gecontroleerd.
NEDERLANDS
57