2. HANTERING
De pompen worden in een passende verpakking
geleverd
om
transportschade
Controleer voor het uitpakken of de verpakking
beschadigd of vervormd werd.
Wees voorzichtig bij het optillen en hanteren
van dit apparaat. Gebruik hiervoor passend
gereedschap.
3. INSTALLATIE
3.1. Montage
De pomp moet altijd volledig ondergedompeld
functioneren, dit om optimaal gekoeld te worden.
Zorg dat er voldoende ruimte is voor de werking
van de vlotterschakelaar (Afb.3).
De pomp mag nooit worden geschorst door
de elektrische kabel of de persleiding
(Afb.3).
3.2. Persleiding monteren
In geval de uitstroombuis lang of bochtig is, dan
wordt aanbevolen een grotere Ø buis te monteren
dan de aansluiting van de uitvoer, dit om drukverlies
door weerstand in de buis zelf te voorkomen.
Installeer een terugstroomklep bij de uitgang van de
pomp, dit om te voorkomen dat de buis leeg loopt
telkens als de pomp stopt. De terugstroomklep dient
vaste bestanddelen door te laten.
Let op dat de buis niet dubbelvouwt en dat die op de
juiste wijze aan de uitvoer wordt bevestigd, in beide
gevallen zal bij een onjuiste bevesting de uitstroom
gereduceerd zijn.
3.3. Elektrische installatie
De elektrische installatie dient over afdoende
aarding te beschikken en de installatie dient
te worden uitgevoerd door een erkend
elektricien,met inachtneming van de daartoe
geldende regelgeving.
De pomp dient te worden aangesloten op een
installatie voorzien van een differentieel
schakelaar / aardlekschakelaar (∆fn = 30 mA)
en
tevens
van
scheidingsschakelaar
opening van minstens 3 mm.
Pompen
geassembleerd
schakelkast of voorzien van een condensator
worden geleverd klaar voor gebruik.
Voor driefasige pompen moet de gebruiker verstrekt
het de bescherming systeem.
3.4. Controles vóór de eerste inbedrijfstelling
Controleer of de spanning en frequentie van
het lichtnet overeenkomen met die op het
kenplaatje.
De pomp moet altijd volledig ondergedompeld
functioneren, dit om optimaal gekoeld te worden. Zie
(Afb.3).
DE POMP MAG NOOIT DROOG DRAAIEN.
te
voorkomen.
een
meervoudige
met
een
contact
met
een
beginnende
4. INBEDRIJFSTELLING
Open alle doorstroomkleppen in de buizen.
Controleer of de aansluiting correct is en schakel de
stroom in;als het waterpeil juist is, slaat de pomp
direct aan.
Controleer of de stroomopname gelijk of lager is dan
het maximum dat op het kenplaatje is aangegeven.
Werkt de motor niet of verwijdert hij geen water,
probeer dan de storing te achterhalen met behulp
van de lijst met meest gebruikelijke storingen en
mogelijke oplossingen die we in de volgende
pagina's behandelen.
Voor
driefasige
pompen,
draairichting
overeenkomt
aangegeven
door
aanzuigkegel.
Contact met de draaiende turbine kan ernstig
letsel veroorzaken
5. ONDERHOUD
Schakel de netspanning van de pomp uit,
alvorens eraan te werken.
Onder normale omstandigheden zijn deze
pompen nagenoeg onderhoudsvrij.
In geval van bevriezingsgevaar, dient u uit
voorzorg alle leidingen leeg te maken.
Als de pomp lange tijd niet gebruikt gaat
worden, is het aan te bevelen de pomp uit het
waterreservoir te halen, te reinigen en op een
droge, goed geventileerde plaats te bewaren.
Om te ontstoppen of reinig van de waaier, is
het alleen nodig om de aanzuigkegel tillen.
Om dit te doen, losgeschroefd de schroeven
die de benen vast te zetten. Het deksel
vergadering
moet
(Afb.4).
In het DRAINCOR modellen, een 0,3 mm
moet peilen worden gebruiken wanneer het
terugplaatsen van de turbine met de zuignap
(Afb.4) af te stemmen. Voor een correcte
uitlijning van de turbine, raadpleegt u de
schroeven "A" aangegeven op die tekening.
LET OP: in geval van een defect, kan het
vervangen van de elektrische kabel, of
reparatie van de pomp alleen maar door de
officiële tecnische dienst worden uitgevoerd.
De lijst Erkende Technische Diensten vindt u op
www.espa.com.
De pomp bevat geen giftige of verontreinigende
materialen waar u rekening mee moet houden
wanneer u deze ten slotte wilt afdanken. De
belangrijkste
onderdelen
gekenmerkt om een gescheiden verwijdering te
waarborgen.
24
controleer
of
met
de
richting
de
pijl
gelegen
in
loskomen
als
geheel
zijn
naar
behoren
NL
de
het