Voordat u verzoekt om reparatie
(Probleemoplossing)
Voeding/Behuizing
1: De camera kan niet worden ingeschakeld.
• Is de accu volledig opgeladen? Gebruik een
volledig opgeladen accu.
• De accubeveiliging kan in werking zijn
getreden. Sluit de accu gedurende 5 tot
10 seconden aan op de netadapter. Kan de
camera dan nog steeds niet worden
ingeschakeld, dan is de accu defect.
• Staat het LCD-scherm of de zoeker open?
2: De camera wordt automatisch
uitgeschakeld.
• Als u de optie [SPAARSTAND] op
[5 MINUTEN] hebt gezet en vervolgens de
videocamera gedurende circa
5 aaneengesloten minuten niet gebruikt, wordt
de stroom automatisch uitgeschakeld om de
tape te beschermen en om stroom te besparen.
Om het opnemen voort te zetten, schuift u de
[OFF/ON]-schakelaar op [OFF]. Schuif hem
daarna weer naar [ON]. (
[SPAARSTAND] instelt op [UIT], wordt de
camera niet automatisch uitgeschakeld.
3: De videocamera blijft niet lang genoeg
ingeschakeld.
• Is de accu vol genoeg? Als de accu-indicatie
knippert of de melding "BATTERIJ BIJNA
LEEG" wordt weergegeven, is het vermogen
van de accu laag. Laad de accu op of plaats
een volledig opgeladen accu. (
• Is er sprake van condensvorming? Als u de
videocamera van een koude omgeving naar
een warme verplaatst, kan binnen in de camera
condensvorming optreden. Als dit het geval is,
wordt de camera automatisch uitgeschakeld en
worden alle functies gedeactiveerd, met
uitzondering van het uitnemen van de cassette.
Wacht tot het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
-140-
4: De accu loopt snel leeg.
• Is de accu volledig opgeladen? Laad de accu
op met de netadapter. (
• Gebruikt u de accu onder extreem koude
omstandigheden? De werking van de accu
wordt beïnvloed door de
omgevingstemperatuur. In een koude
omgeving loopt de bedrijfstijd van de accu
terug.
• Is de accu oud? De levensduur van een accu is
beperkt. Als de bedrijfstijd bij normaal gebruik
nog steeds te kort is, zelfs al is de accu geheel
opgeladen, is de accu versleten en moet deze
worden vervangen.
) Bovendien, als u
-131-
)
-82-
)
)
-82-
Diversen
5: De videocamera is wel ingeschakeld maar
kan niet worden bediend.
De videocamera werkt niet normaal.
• De camera kan niet worden bediend als het
LCD-scherm niet is geopend of de zoeker niet
is uitgetrokken.
• Verwijder de cassette en druk vervolgens op
[RESET]. (
-140-
niet is hersteld, schakelt u de camera uit.
Schakel vervolgens ongeveer een minuut later
de camera weer in. (Als tijdens deze handeling
het lees/schrijflampje van de geheugenkaart
brandt, kunnen de gegevens op de kaart
onherstelbaar worden beschadigd.)
6: De cassette kan niet worden verwijderd.
• Gaat de statusindicator branden als u de
cassetteklep opent? (
accu en/of de netadapter goed zijn bevestigd.
(
)
-82-
• Is de gebruikte accu leeg? Laad de accu op en
verwijder de cassette.
• Sluit de cassetteklep volledig en open hem
daarna weer. (
7: Alleen de cassette kan worden verwijderd
alle andere handelingen zijn onmogelijk.
• Is er sprake van condensvorming? Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
8: De afstandsbediening werkt niet.
• Is de knoopbatterij van de afstandsbediening
leeg? Vervang de knoopbatterij. (
• Is de instelling op de afstandsbediening
correct? Als de instelling op de
afstandsbediening niet overeenkomt met de
[Afst. Bediening]-instelling op de videocamera,
werkt de afstandsbediening niet. (
Opnemen
1: Het opnemen begint niet ook al is de
camera goed ingeschakeld en de cassette
goed geplaatst.
• Staat de wisbeveiliging op de cassette open? Is
dit het geval (het schuifje staat op [SAVE]), dan
kan niet op de tape worden opgenomen. (
• Is de tape geheel doorgespoeld naar het
einde? Plaats een nieuwe tape.
• Staat de camera opnemen? Als de camera op
afspelen staat, kan niet worden opgenomen.
(
)
-90-
• Is er sprake van condensvorming? Alleen de
cassette kan dan worden verwijderd; alle
andere handelingen zijn onmogelijk. Wacht tot
het pictogram voor condensvorming
verdwenen is. (
) Als de normale situatie nog
) Controleer of de
-84-
)
-88-
)
-140-
-96-
-97-
)
-140-
)
)
)
-89-
137
VQT0T36