NL
Veiligheid
Ga nooit onder de machine, wan-
neer de machine opgeheven is ann
de traktor, voordat U zich ervan
overtuigd heeft dat de traktor op de
handrem staat en de machine is
ondersteund.
Volg de verkeersregels welke gel-
den voor landbouwwerktuigen.
De traktor moet worden voorzien
van voldoende frontgewichten om
de voorwielen voldoende grib te ge-
ven wanneer de machine is opge-
heven.
De zijstukken mogen alleen worden
opgeklapt met behulp van de stan-
daard gemonteerde cylinders. Wan-
neer de zijstukken op een andere
manier worden opgeklapt, b.v. door
een kraan, komt er lucht in het hy-
draulisch systeem. Wanneer daar-
na de zijstukken naar beneden wor-
den gedaan, zullen zij met een klap
naar beneden vallen.
Opklappen zijstuk-
ken
Voordat de zijstukken opgeheven
worden, dienen de cylinders ont-
lucht te worden omdat anders het
risico bestaat, dat wanneer zich
lucht in het systeem bevindt, de
zijstukken met een grote klap naar
beneden vallen wanneer men de
zijstukken laat uitklappen.
12
Ontkoppel daarvoor de zuigerstang
van het frame en plaats druk op de
cylinders, door de zuigerstang een
aantal malen in- en uit te schuiven.
Monteer daarna de zuigerstang
weer in het frame.
Vergrendel de zijstukken met verg-
rendelpen in opgeklapte en uitge-
klapte positie (alleen VF 4200 en
VF 4300). Vergeet niet de vergren-
delpennen te verwijderen voordat
het hydraulisch systeem wordt be-
diend.
Hoe wordt snelkop-
pelsysteem ge-
bruikt
Aanbkoppelen.
Monteer de zwarte snelkoppelstang
in de hefarmen van de traktor. Mon-
teer de bussen aan de trekpennen.
De bussen moeten gemonteerd
worden aan de buitenkant van de
hefarmen zodat zij de snelkoppel-
stang ondersteunen tegen de bui-
tenste snelkoppelhaken van de cul-
tivator. Wanneer dit niet gebeurd,
wordt de snelkoppelstang overbe-
last en kan breken.
De meegeleverde originele clipsen
moeten worden gebruikt. Gebruik
van clipsen van inferieure kwaliteit
vergeleken met de originele gehar-
de verenstalen clipsen is niet to-
egestaan.
Rijdt de traktor achteruit naar de
cultivator totdat de hefarmen ten
midden zijn van de snelkoppelha-
ken van de kultivator. Hef de snel-
koppelstang met behulp van de he-
farmen van de traktor totdat deze
wordt gevangen in de snelkoppel-
haken van de cultivator. Monteer
daarna de topstang.
Afkoppelen.
Laat de hefarmen tot de laagstse
positie zakken. Verwijder de top-
stang en ontkoppel de snelkoppe-
ling. Neem de zwarte snelkoppel-
stang van de traktor en plaats deze
weer aan de cultivator.
Afstellen topstang
Tijdens werk moet de cultivator ho-
rizontaal staan, zodat de eerste en
de laatste rij tanden dezelfde werk-
diepte hebben. Dit wordt afgesteld
met behulp van de topstang van de
traktor.
Een te korte topstang heft de laat-
ste rij tanden uit de grond, terwijl
een te lange topstang de laatste rij
tanden te diep laat werken.
Tijdens het werken moet de top-
stang vanaf de traktor oplopen naar
de cultivator.
De topstang mag tijdens het wer-
ken nooit horizontaal staan omdat
de cultivator dan onrustig gaat lo-
pen en de traktor moeilijk bestuur-
baar wordt.
Afstelling steun-
wielen
Om de cultivator zo goed mogelijk
te laten functioneren, is het be-
langrijk dat alle tanden even diep
werken.
De werkdiepte wordt afgestald door
middel van de steunwielen. De cul-
tivator moet opgeheven worden