RPM.
De middelste ring op de rand van de draaitafel geldt voor een toerental van 45
RPM.
Het toerental is correct wanneer het gereflecteerde licht op één plaats blijft
staan.
Het toerental is niet juist ingesteld wanneer het gereflecteerde licht naar links of
naar rechts lijkt te lopen.
Wanneer het licht naar links loopt, is het toerental te hoog. Schuif de PITCH
ADJ.-hendel dan naar beneden (richting -).
Wanneer het licht naar rechts loopt, is het toerental te laag. Schuif de PITCH
ADJ.-hendel dan naar boven (richting +).
6.6. Arm optillen/dalen
U kunt de arm optillen om bijvoorbeeld de weergave te onderbreken.
Druk op de toets CUE. De arm gaat omhoog.
Druk nogmaals op de toets om de arm te laten dalen.
6.7. Weergave onderbreken
De weergave van een plaat kan op elk moment worden gestopt door op de
toets EJECT te drukken.
Tijdens de weergave gaat de arm terug naar de rustpositie en stopt de draaitafel.
6.7.1. Eindpunt van de arm instellen
Wanneer de arm aan het einde van de weergave niet automatisch de weergave be-
eindigt, kan de eindpositie van de arm worden bijgesteld. Hiervoor is onder op het
apparaat een stelschroefje aangebracht.
Verdraai het stelschroefje iets met een platte schroevendraaier. Let daarbij op
de afbeelding naast het schroefje waarop staat aangegeven in welke richting de
arm wordt versteld.
LET OP!
Draai het schroefje niet te ver om schade aan het appa-
raat te voorkomen.
16