Bediening Van De Evolution; Alarmsignalen - SLAT Evolution Série Notice D'utilisation

5 Bediening van de Evolution

5.1 Alarmsignalen

Aanwezigheid netspanning: wordt lokaal aangegeven door een groene LED en op afstand door een
potentiaalvrij contact (failsafe) met timer.
Als er geen netspanning is > LED uit
Aanwezigheid laadapparaat: wordt lokaal aangegeven door een groene LED en op afstand door een
potentiaalvrij contact (failsafe)
Als de netbeveiliging defect is of ontbreekt.
Als De netspanning <98V of 195V is bij 100-150W.
Als het product defect is.
Aanwezigheid uitgangsspanning: Een groene LED geeft de aanwezigheid aan van spanning (geen
drempelwaarde) op de uitgangen voor de uitgangsspanning (geen geassocieerde overdracht.
Als één van beide uitgangen geen spanning heeft, dan dooft de LED.
Aanwezigheid accu: wordt lokaal aangegeven door een groene LED en op afstand door een potentiaalvrij
contact (failsafe)
Als de accu ontbreekt:
De accutest verloopt als volgt: elke 30s gedurende de 20 eerste minuten na de
ingebruikneming: elke 15 min na de eerste 20 minuten, Als er een storing is gedetecteerd,
wordt de accu elke 30s getest tot maximaal 20 minuten nadat de storing is verdwenen.
wordt lokaal aangegeven door een gedoofde LED.
Als de accuspanning < 1.85V/cel+/-3%, wordt dit lokaal gemeld door een oranje knipperlicht.
Opmerking: In geval de kast C6 en C23 wordt gemonteerd, gebeuren de meldingen via een enkel
controlelampje:
o
o
o
alles ok: groen.
storing netspanning: oranje.
storing accu of laadapparaat of geen uitgangsspanning: rood (deze storing is prioritair
ten opzichte van de storing in de netspanning).
44
> LED uit