Digitale hoek- en hellingmeter
Afmetingen (lengte × breedte × hoogte)
IP 54 (stof- en spatwaterbescherming)
A) Het werkbereik kan door ongunstige omgevingsomstandigheden (bijv. direct zon-
licht) verminderd worden.
B) Er ontstaat slechts een niet geleidende vervuiling, waarbij echter soms een tijdelij-
ke geleidbaarheid wort verwacht door bedauwing.
C) Gebruiksduur zonder laser
Het serienummer (13) op het typeplaatje dient voor een duidelijke identificatie van uw
meetgereedschap.
Montage
Batterijen plaatsen/vervangen (zie afbeelding A)
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkalimangaanbatterijen
of accu's geadviseerd.
Voor het openen van het batterijvakdeksel (5) drukt u op de vergrende-
ling (6) en klapt u het batterijvakdeksel open. Plaats de (oplaadbare) batte-
rijen.
Let er hierbij op dat de polen juist worden geplaatst volgens de afbeelding
op het batterijvakdeksel.
Batterij-aanduiding
De batterij-aanduiding (b) geeft altijd de actuele status van de (oplaadbare)
batterijen aan:
Aandui-
Capaciteit
ding
90–100 %
60–90 %
30–60 %
10–30 %
0–10 %
De lege batterij-aanduiding knippert. Nadat de aanduiding be-
gint te knipperen tot aan het uitschakelen kunt u nog ongeveer
15–20 min meten.
Verwissel altijd alle batterijen of accu's tegelijkertijd. Gebruik alleen batterij-
en of accu's van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Haal de (oplaadbare) batterijen uit het meetgereedschap, wanneer u
u
dit langere tijd niet gebruikt. De (oplaadbare) batterijen kunnen bij een
langere periode van opslag in het meetgereedschap corroderen en zich-
zelf ontladen.
Schakel de laser absoluut uit, voordat u batterijen gaat vervangen.
u
Een onbedoeld ingeschakelde laser kan personen verblinden.
Beenverlenging aanbrengen
Schuif de beenverlenging (21) vanaf de voorkant op het uitklapbeen (1).
Schuif de pootverlenging zo ver mogelijk over het scharnier van het meetge-
reedschap.
Gebruik
Ingebruikname
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel zonlicht.
u
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme temperaturen of
u
temperatuurschommelingen. Laat het bijv. niet gedurende langere tijd
in de auto liggen. Laat het meetgereedschap bij grotere temperatuur-
schommelingen eerst op temperatuur komen, voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschommelingen kan de
nauwkeurigheid van het meetgereedschap nadelig beïnvloed worden.
Houd de oplegvlakken en aanlegkanten van het meetgereedschap
u
schoon. Bescherm het meetgereedschap tegen stoten en schokken.
Vuildeeltjes of vervormingen kunnen tot verkeerde metingen leiden.
Vermijd heftige stoten of vallen van het meetgereedschap. Na sterke
u
invloeden van buitenaf op het meetgereedschap, moet u vóór het verder
werken altijd een nauwkeurigheidscontrole uitvoeren(zie „Nauwkeurig-
heidscontrole en kalibratie van het meetgereedschap", Pagina 71).
In-/uitschakelen
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en
u
schakel het meetgereedschap na gebruik uit. Andere personen kunnen
door de laserstraal verblind worden.
Voor het inschakelen van het meetgereedschap drukt u op de aan/uit-
toets (14).
Als de indicator H (a) brandt, dan is nog een waarde van de laatste meting
opgeslagen. Deze waarde kan door kort indrukken van de aan/uit-toets (14)
worden gewist.
Voor het uitschakelen van het meetgereedschap drukt u op de aan/uit-
toets (14).
Bosch Power Tools
Nederlands | 67
GAM 270 MFL
684 × 52 × 60 mm
1 609 92A 58L | (22.11.2019)
●