LED op de accu
De fout-LED knippert
De fout-LED brandt
Acculader
LED op de acculad-
er
De fout-LED knippert
De fout-LED brandt
Bedieningspaneel
Neem bij problemen die niet in dit hoofdstuk worden
vermeld, contact op met uw servicewerkplaats.
Toetsenbord
De fout-LED knippert
Het product stopt
338
Mogelijke fouten
De accu is zwak
De temperatuur in de werkomgeving
is te hoog of te laag
Overspanning
Celverschil te groot (1V)
Mogelijke fouten
De temperatuur in de werkom-
geving is te hoog of te laag
Mogelijke fouten
De motor is overbelast
Het motortoerental daalt te veel en
de motor stopt
De motorregeling is te warm
Het mes is geblokkeerd
Accufout of geen signaal van de accu Plaats de accu correct in het product en controleer
De accu is zwak
Storing accuconnector
Mogelijke procedure
Laad de accu op. Zie
334 .
Gebruik de accu bij temperaturen tussen -10 °C
en 40 °C.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de
spanning die is aangegeven op het typeplaatje op
het product.
Haal de accu uit de acculader. Wacht 5 seconden
en probeer de accu opnieuw op te laden. Indien
het probleem zich blijft voordoen, neem dan con-
tact op met een erkende servicewerkplaats.
Neem contact op met een erkende servicewerk-
plaats.
Mogelijke procedure
Gebruik de acculader bij temperaturen tussen 5 °C en 40
°C.
Neem contact op met een erkende servicewerkplaats
Mogelijke actie
Vergroot de maaihoogte. Zie
op pagina 334 .
Stop de motor en wacht tot hij is afgekoeld
Voorkom onbedoeld starten door de veiligheids-
sleutel op 0 te zetten, de accu te verwijderen en
ten minste 5 seconden te wachten. Zorg ervoor
dat het blad vrij kan draaien. Indien het probleem
zich blijft voordoen, neem dan contact op met een
erkende servicewerkplaats
de accuconnector. Als de fout-LED op de accu
Accu op pagina 337 .
knippert, zie
Laad de accu op. Zie
334 .
Controleer de accuconnector
De accu opladen op pagina
Maaihoogte afstellen
De accu opladen op pagina
919 - 001 - 19.10.2018