4 Onderhoud
4.3 Schuimrubber- en lamellen- motorbeschermingsfilter reinigen/vervangen
1
17
18
23
22
21
20
19
19
20
4.4 Uitblaasfilter reinigen/vervangen
21
22
26
1. Schakel het apparaat uit
2. Verwijder de stofbak
3. Houd de stofbak vlak boven een vuilnisbak.
4. Druk op de ontgrendeling van de schuimrubber-motorbeschermingsfilterhouder (afb. 17/1) en klap deze
dan omlaag.
5. Trek het schuimrubberfilter vervolgens uit de filterhouder (afb. 17).
6. Verwijder meteen ook het lamellen-motorbeschermingsfilter (afb. 18/pijl) uit de betreffende console.
7. Voor de grove reiniging klopt u beide filterelementen met lichte slagen uit boven een vuilnisbak.
8. Verwijder grovere vuildeeltjes met de hand.
9. Als dit niet volstaat, borstel het vuil dan met een droge, zachte borstel uit het filter, b.v. met de
meegeleverde meubelborstel.
10. Als de filterelementen na de droge reiniging nog steeds verontreinigd zijn, dan spoelt u ze grondig met de
24
13
handuit (afb. 19/A), totdat alle verontreinigingen verdwenen zijn. Spoel de filterelementen uitsluitend uit
14
onder stromend koud of handwarm helder water.
15
16
OPGELET:
17
18
De filterelementen zijn wasbaar, maar ongeschikt voor de wasmachine of vaatwasser. Gebruik voor de
reiniging geen reinigingsmiddelen of harde borstels. Laat de filterelementen na de reiniging ca. 24 uur bij
kamertemperatuur drogen (afb. 19/B). Plaats ze pas weer terug, als ze helemaal droog zijn.
11. Als een van de filterelementen beschadigd of te sterk vervuild is, vervang het dan door een nieuw filter
(bestelinformatie
12. Plaats het nieuwe/gereinigde en volkomen droge lamellen-motorbeschermingsfilter weer terug in zijn
console (afb. 20). Druk het filter hiervoor met beide handen volledig terug op zijn plaats (afb. 20/pijlen).
13. Plaats het nieuwe/gereinigde en volkomen droge schuimrubber-motorbeschermingsfilter weer terug in zijn
filterhouder (afb. 17).
14. Klap de filterhouder weer tegen de stofbak aan, totdat de ontgrendeling van de schuimrubber-
motorbeschermingsfilterhouder (afb. 17/1) hoor- en voelbaar vastklikt.
15. Plaats de stofbak weer terug in zijn console. Hij moet hoor- en voelbaar vastklikken.
16. Controleer de stofbak op vaste zitting.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Druk de ontgrendeling van de afdekking van het uitblaasfilter naar rechts (afb. 21/pijl) en klap de afdekking
weg.
3. Verwijder het uitblaasfilter (afb. 22).
4. Klop het uitblaasfilter voor de grove reiniging uit boven een vuilnisbak.
5. Verwijder grovere vuildeeltjes met de hand.
6. Spoel het filter vervolgens grondig uit. Spoel het filter uitsluitend uit onder stromend koud of handwarm
helder water.
OPGELET:
Het filter is wasbaar, maar ongeschikt voor de wasmachine of vaatwasser. Gebruik voor de reiniging geen
reinigingsmiddelen of harde borstels. Laat het filter na de reiniging ca. 24 uur bij kamertemperatuur drogen.
Plaats de cycloon pas weer terug als hij helemaal droog is
7. Als het filter beschadigd of vervormd is, vervang het filter dan (bestelinformatie
„Toebehoren/Reserveonderdelen").
8. Plaats het nieuwe/gereinigde en volkomen droge uitblaasfilter weer terug in zijn console.
9. Plaats de afdekking van het uitblaasfilter eerst rechts tegen het filter aan en klap de afdekking dan links
dicht.
10. Controleer of de afdekking stevig vast zit.
hoofdstuk 3.1, „Uitschakelen".
hoofdstuk 3.4, „Stofbak leegmaken en reinigen".
hoofdstuk 5.2, „Toebehoren/Reserveonderdelen").
hoofdstuk 5.2,