Ventilatie Tijdens Spuitwerkzaamheden Binnen; Werkzaamheden Of Reparaties Aan De Elektrische Uitrusting - WAGNER PROSPRAY 3.20 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.13
VENTILATIE TIJDENS
SPUITWERKZAAMHEDEN BINNEN
Er moet worden gezorgd voor voldoende ventilatie om op-
losmiddeldampen af te voeren.
2.14
AFZUIGINSTALLATIES
Deze dienen door de gebruiker van het apparaat overeen-
komstig de plaatselijke voorschriften te worden gereali-
seerd.
2.15
AARDING VAN HET SPUITOBJECT
Het te coaten spuitobject moet zijn geaard
(de wanden van gebouwen zijn doorgaans natuurlijk ge-
aard).
2.16
BEDEKKINGSMATERIAAL
Houd rekening met gevaren die het gevolg kunnen zijn van
het verspoten materiaal en neem tevens de aanwijzingen
op de verpakking of van de fabrikant van het materiaal in
acht.
Verspuit geen materialen waarvan u de eventuele gevaren
niet kent.
2.17
REINIGING VAN HET APPARAAT
Spoel het pistool tijdens het reinigen alleen met een verwi-
jderde spuittip en een lage druk.
Bij reiniging van het apparaat met oplos-
middel mag niet in een reservoir met kleine
opening (spongat) worden gespoten of
gepompt. Gevaar door vorming van een
explosief gas/luchtmengsel. Het reservoir
moet zijn geaard. Gebruik alleen geaarde
metalen reservoirs. Houd het pistool voor
aarding stevig tegen de rand van het reser-
voir.
Gevaar voor kortsluiting door binnendrin-
gend water!
Spuit het apparaat nooit af met een hoge-
druk- of stoomreiniger.
2.18
WERKZAAMHEDEN OF REPARATIES AAN DE
ELEKTRISCHE UITRUSTING
Laat deze uitsluitend uitvoeren door een elektrotechnisch
vakbekwaam persoon. Wij aanvaarden geen aansprakelijk-
heid voor een ondeskundige installatie. Verwijder voor alle
werkzaamheden netstekker uit de wandcontactdoos.
60
2.19
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN EN
WERKONDERBREKINGEN
Voordat u werkzaamheden aan het apparaat uitvoert en bij
elke werkonderbreking dient u de druk op het spuitpistool
en de hogedrukslang te ontlasten. Beveilig de handbeugel
van het spuitpistool en schakel het apparaat uit.
2.20
PLAATSING OP EEN ONEFFEN ONDERGROND
De voorzijde moet omlaag wijzen om wegglijden te voor-
komen.
Het apparaat mag niet op schuine ondergronden worden
gebruikt, omdat het door de trillingen de neiging heeft te
verplaatsen.
2.21
TRILLINGSNIVEAUS
Het aangegeven trillingsniveau is volgens een genormali-
seerde testprocedure gemeten en kan ter vergelijking van
elektrisch gereedschap worden gebruikt.
Het trillingsniveau dient ook voor een inleidende inschat-
ting van de trillingsbelasting.
Pas op! De trillingsemissiewaarde kan tijdens het feitelijke
gebruik van het elektrische gereedschap van de aangege-
ven waarde afwijken, afhankelijk van de wijze waarop het
elektrische gereedschap wordt gebruikt. Het is noodzakeli-
jk om veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de be-
dienende persoon vast te leggen, die op een schatting van
de blootstelling tijdens de feitelijke gebruiksvoorwaarden
berusten (hierbij dienen alle delen van de bedrijfscyclus in
acht genomen te worden, bijvoorbeeld tijden, waarin het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld, en zulke, waarin
het weliswaar is ingeschakeld maar zonder belasting draait).
ProSpray 3.20

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières