Instellen van
de temperatuur
Afb. 2
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets 4 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld. De laatst
ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen.
De ingestelde temperatuur wordt op
indicatie 3 aangegeven.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer
dan bij +4 °C bewaren.
Het vriesvak
De temperatuur in het vriesvak is
afhankelijk van de temperatuur
in de koelruimte.
Netto-inhoud
De gegevens over de netto-inhoud vindt
u op het typeplaatje in uw apparaat.
De koelruimte
De temperatuur in de koelruimte is
instelbaar van +2 °C tot +8 °C.
De koelruimte is de ideale bewaarplaats
voor klaargemaakte gerechten, brood en
banket, conserven, gecondenseerde
melk, harde kaas, koudegevoelig fruit en
groente en voor zuidvruchten.
Attentie bij het inruimen:
De levensmiddelen goed verpakt of
afgedekt inruimen. Hierdoor blijven geur,
kleur en versheid behouden. Bovendien
wordt voorkomen dat de levensmiddelen
naar elkaar gaan smaken en
de kunststof onderdelen verkleuren.
Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones in
de koelruimte!
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillende koudezones:
De koelste zone bevindt zich tussen
■
de aan de zijkant afgebeelde pijl en
de glasplaat eronder. Afb. 3
Aanwijzing
In de koudste zones gevoelige
levensmiddelen opslaan zoals vis,
worst en vlees.
De warmste zone bevindt zich
■
helemaal bovenaan in de deur.
Aanwijzing
In de warmste zone bijv. boter en kaas
bewaren. Tijdens het serveren
behoudt de kaas zijn aroma en
de boter blijft smeerbaar.
nl
83