Opbreken
1. Zet alle volumeregelaars op het controlepaneel [5,24] op nul.
2. Schakel alle geluidstoestellen uit.
3. Schakel [27] het mengpaneel uit.
4. Koppel alle geluidstoestellen en luidsprekers los.
5. Berg de microfoon en kabels op in de opbergvakken [D].
6. Neem de luidsprekers van de statieven en plooi deze samen.
7. Plaats de opgevouwen statieven in het mengpaneel en bevestig deze met het klittenband.
8. Plaats de luidsprekers bovenop het mengpaneel en sluit de vier vergrendelingen [C].
Opgelet: Niets forceren. Sluiten de vergrendelingen niet goed, plaats dan voorzichtig de luidsprekers terug
en probeer opnieuw.
6.
Omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding.
Ingangkanalen 1–4
1
MIC- en LINE-ingangen.
MIC: microfooningang, XLR-aansluiting. Sluit een microfoon met lage impedantie aan.
LINE: lijningang, 1/4"-aansluiting.
Voor kanalen 1–3: mono-invoer
Voor kanaal 4: gebruik de aansluiting LEFT/MONO voor mono-invoer, of gebruik zowel de
aansluitingen LEFT en RIGHT voor stereo-invoer.
Opmerking: gebruik ofwel de MIC- ofwel de LINE-ingang. Gebruik niet beide ingangen tegelijk.
2
REVERB: een reverb-effect (weerkaatsing) aan dit ingangskanaal toevoegen.
3
TREBLE: de hoge tonen instellen. ± 15 dB bij 12 kHz
4
BASS: de lage tonen instellen. ± 15 dB bij 80 Hz
5
GAIN: het kanaalvolume instellen. Deze bepaalt de verhouding van dit kanaal in de mix.
Ingangskanaal 5
6
Ingangskeuzeschakelaar:
LINE: invoer van de TAPE INPUT-aansluitingen selecteren
MP3: MP3-invoer van een USB-toestel of SD-kaart selecteren
BLT: invoer van een Bluetooth-toestel selecteren.
7
TAPE INPUT: een ingangstoestel (bijv. cassettedeck of cd-speler) met de RCA-aansluitingen
verbinden. De invoer kan worden toegevoegd aan de mix.
TAPE OUTPUT: een uitgangstoestel (bijv. cassettedeck of geluidssysteem) met de RCA-aansluitingen
verbinden.
MP3-speler met LCD-scherm en afstandsbediening
8
LCD-scherm
9
USB-poort: een USB-opslagmedium aansluiten.
10 FOL–: de vorige map op het USB-toestel of SD-kaart selecteren.
11 FOL+: de volgende map op het USB-toestel of SD-kaart te selecteren.
12 MODE: herhaaldelijk indrukken om de gewenste afspeelmodus te selecteren: USB/SD of FM-radio.
13 REPEAT: de herhaalmodus instellen.
14
PLAY/PAUSE: tussen de afspeel- en pauzemodus schakelen.
15 EQ: herhaaldelijk indrukken om de gewenste equalizermodus te selecteren CLASSICAL (klassiek), BASS
(bastonen), LIVE (live), ROCK (rock), of POP (pop).
16
VOL–: het vorige nummer te selecteren. Ingedrukt houden om het volume te verlagen.
17
VOL+: het volgende nummer selecteren. ingedrukt houden om het volume te verhogen.
18 Mute-knop: het geluidsniveau van de SD/USB-speler dempen.
V. 01 – 15/11/2013
VDSSM5
10
©Velleman nv