NL
FOTO TEST
De fototest is een speciale functie die vóór elke beweging controleert of de fotocellen goed functioneren.
Om ervoor te zorgen dat de fototest functioneert moet de installatie voorzien zijn van twee voedingen voor de
fotocellen, de eerste moet aangesloten zijn op de klemmen 12 en 13 die de ontvangers van stroom voor ziet en de
tweede op de klemmen 14 en 15 die de zenders van stroom voorziet.
De fototest moet geactiveerd worden door de dipschakelaar nr. 7 (det. 14 fig. 1) op de stand ON te zetten. In feite
onderbreekt besturingskast de stroom naar de zenders even en controleert of de staat van de ont vanger verandert. Als alles
in orde is starten de motoren en begint de beweging. Als er problemen aan de ontvanger zijn dan stopt de cyclus en
dit wordt gesignaleerd doordat het controlelampje "poort open" een paar keer snel knippert.
OPMERKINGEN:
- De fototest functioneert ook met fotocel 3 (ingang Jolly) en als er meerdere fotocellen met het contact in serie aangesloten worden.
- Als de fototest geactiveerd is en de besturingskast in stand-by staat krijgen de zenders van de fotocellen geen
stroom toegevoerd en zijn de ingangen FT1 en FT2 open (leds uit). In deze toestand kan de werking van de
fotocellen eveneens gecontroleerd worden door de test jumper van de fotocellen (det. 7 fig. 1) kort te sluiten.
INSTELLEN VAN DE FUNCTIES (tab. 2)
De besturingskast wordt reeds ingesteld met een standaard configuratie zoals te zien is bij detail 14 op fig. 1.
Er kunnen opties die afwijken van de standaard werking gekozen worden door de dipschakelaar functies (det. 14
fig. 1) anders in te stellen.
Er wordt op gewezen dat om een verandering van de instellingen aan de besturingskast uit te voeren de
stroomvoorziening even uit- en weer ingeschakeld moet worden (RESET).
ENCODER
De besturingseenheid is voorzien van een ingang voor encoder.
Met deze inrichting kan de beweging van de poort precies worden afgesteld en is de obstakeldetector over de gehele loop
van poort, met inbegrip van de soft start en soft stop gegarandeerd zonder dat er een kaart MAS200 nodig is.
Wanneer tenminste één van de motoren mechanisch wordt geblokkeerd, wordt dit door de besturingseenheid met behulp
van de encoders van de motoren vast gesteld; vervolgens laat zij de motoren enkele seconden een manoeuvre uitvoeren
die in de tegengestelde richting gaat. De beweging volgende op inwerkingtreding is altijd tegengesteld aan die welke voor
de blokkering werd uitgevoerd. Als de motor bijvoorbeeld bij het openen wordt geblokkeerd, volgt er automatisch een korte
sluitbeweging en, wanneer er op de knop P/P wordt gedrukt, start hij in sluitrichting.
Sluit de encoder van de motoren op de klemmetjes van de T201 aan zoals dat te zien is op afb. 2 en TAB. 1.
Tijdens het programmeren van de loop van de poort, geeft de knipperende led L1 aan dat de besturingseenheid de
aanwezigheid van de encoder heeft vast gesteld. Wanneer de led L1 echter onafgebroken brandt, betekent dit dat de
besturingseenheid niet met de encoder werkt.
KAART MAS200 (obstakeldetector - deel 3 op afb. 1)
Deze apart verkrijgbare kaart heeft dezelfde werking als de encoder voor wat betreft de obstakeldetector maar met
de volgende beperkingen:
- de kaart werkt niet met de motor in vertraging
- als er geen elektrische eindschakelaars zijn, werkt de kaart tijdens het laatste stukje van de beweging in openings
- en sluitrichting van de poort niet .
OPMERKINGEN:
- Voor elke motor bestaat een ijking van de kaart MAS200 (zie aanwijzingen MAS200)
- Als de motor niet is aangesloten of niet correct is aangesloten, treedt de kaart MAS200 voortdurend in werking.
88