NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Elektrische Parameters
Stroomvoorziening
Frequentie
Opname in Stand-By (230V)
Maximale opname (230V)
Max. vermogen 24V-motoren 230V
Bedrijfstemperatuur
Afmetingen box (B x H x D)
INSTALLATIE
De apparatuur dient volgens de "REGELS VAN DE KUNST" geïnstalleerd te worden door monteurs die daartoe
wettelijk bevoegd zijn en volgensde normen EN 12453 en EN 12445 inzake de veiligheid van de automatisering.
- Vergewis u ervan dat de automatisering is voorzien van stopaanslagen en dat deze de juiste afmetingen hebben
voor het gewicht van de poort.
- Bevestig de besturingseenheid op een vlakke en onbeweeglijke ondergrond, adequaat beschermd tegen
schokken en overstromingen.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN (tab. 1)
Volg voor de aansluitingen tabel 1 en afbeelding 2.
In het geval van een reeds bestaande installatie is een algemene controle van de toestand van de bedrading raadzaam
(doorsnede, isolatie,contacten) en van de toebehoren (fotocellen, ontvangers, toetspanelen, sleutelschakelaars, etc.).
Wij geven hieronder enige aanbevelingen voor een correcte elektrische installatie:
- De leidingen die de hermetisch gesloten box van de besturingseenheid binnenkomen, moeten zo geïnstalleerd
worden dat de aanvanke lijkebeschermingsklasse IP56 kan blijven worden behouden.
- De doorsnede van de kabels moet worden berekend op basis van hun lengte en maximumstroom.
- Gebruik niet één enkele kabel van het type "meerpolig" voor alle aansluitingen (leiding, motoren, bedieningsorganen,
etc.) of samen met andere apparatuur.
- Verdeel de installatie in tenminste twee delen b.v.:
1) het vermogengedeelte (stroomtoevoerleiding, motoren, knipperlicht, gebruikerslicht, elektrisch slot)
minimumdoorsnede draden 1,5 mm
2) het besturings gedeelte (bedieningsorganen, veiligheidscontacten, stroomvoorziening toebehoren) minimum
doorsnede draden 0,75 mm
- Wanneer de bedieningskabels lang zijn (meer dan 50 meter) valt een ontkoppeling met relais gemonteerd in de
nabijheid van de besturingseenheid aan te raden.
- Alle verbreekcontacten (N.C.) (fotocellen, eindaanslagen, vaste druklijst en stop) in de besturingskast die niet
gebruikt worden moeten met de gemeenschappelijke aansluiting verbonden worden.
- Alle verbreekcontacten (N.C.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten in serie aangesloten worden..
- Alle maakcontacten (N.O.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten parallel aangesloten worden.
Voor de stroomvoorziening van de besturingskast is de PLAATSING VAN EEN EXTERNE ONAFHANKELIJKE
SCHEIDINGSSCHAKELAAR voorzien (niet bij de levering inbegrepen) die overeenkomstig de belasting berekend is.
2
.
2
U.M.
Vac
Hz
mA
A
VA
°C
mm
T201
230 ±10%
50
20
5
2x800 (1x1100)
-20 +55
200x255x100
87