NL NL
Opmerkingen voor het programmeren:
-
Als de eindschakelaars worden gebruikt, dient u die af te stellen voordat u de herkenningsprocedure gaat uitvoeren.
-
Als de kaart MAS200 wordt gebruikt, dient u zich ervan te verzekeren dat deze correct is geconfigureerd voor het
toegepaste model motor en dient u pas bij het programmeren de kracht op het maximum te zetten (deel 19 op afb. 1).
Programmering:
1 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid uit.
2 - Zet de poort halverwege.
3 - Druk op de toets STOP/PROG. (deel 21 op afb.1)
4, 5 en 6 - Schakel de stroomtoevoer naar de besturingseenheid in en houd daarbij de toets STOP/PROG. ingedrukt
tot de led L1 (deel 8 op afb. 1) gaat branden.
7 - Druk op de knop P/P (deel 20 op afb. 1), de motor M2 start in de sluitrichting (vleugel zonder elektrisch slot).
Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 knipperen. Als de led niet knippert, dient u de aansluitingen van de
encoder te controleren. (als de motor de tegengestelde kant op draait, schakelt u de stroomtoevoer uit, keert de
fasen van de motor om en voert de procedure opnieuw uit).
8 en 9 - Wanneer de poort op de aanslag is gekomen, stopt de motor M2 stopt en gaat de motor M1 (vleugel met
elektrisch slot) automatisch in de sluitrichting. Als de encoder aanwezig is, moet de led L1 blijven knipperen; anders
dient u de aansluitingen van de encoder te controleren.
10 en 11- Wanneer ook M1 bij de stop komt, stopt de motor en start automatisch opnieuw in de openingsrichting.
12 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij het
openen bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de motor
M1 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M2 zou moeten vertrekken**.
13 - De motor M1 stopt eventjes en start daarna in de openingsrichting.
14 en 15 - Zodra de vleugel met de motor M1 bijna helemaal open is, gaat de vleugel met de motor M2 automatisch
in de openingsrichting.
16 - De vleugel met de motor M2 stopt zodra hij bijna helemaal open is.
17 - Nu laat u de gewenste pauzetijd voordat de poort weer dicht gaat, verstrijken.
18 - Na afloop van de gewenste pauzetijd drukt u op de knop P/P en de motor M2 start in de sluitrichting.
19 en 20 - Tijdens deze beweging moet u de ruimte voor vertraging van de ene vleugel ten opzichte van de andere bij
het sluiten bepalen. Voor het invoeren van die vertragingstijd drukt u op de knop P/P wanneer de vleugel met de
motor M2 het punt heeft bereikt waarop de vleugel met de motor M1 zou moeten zou moeten starten. De motor M2
stopt eventjes en start daarna in de sluitrichting**.
21 en 22 - Zodra de vleugel met de motor M2 bijna helemaal dicht is, gaat de vleugel met de motor M1 in de sluitrichting.
23 en 24 - De vleugel met de motor M1 is bijna helemaal dicht, stopt en de led L1 gaat uit.
*N.B.: Als na de programmering de dipschakelaar 9 op de stand ON wordt gezet, zal de besturingseenheid
de in de fabriek ingestelde vertragingen uitvoeren. Om de vertragingstijden te wijzigen gelieve het
hoofdstuk PROGRAMMERING VAN DE VERTRAGINGSTIJDEN te raadplegen.
**Facultatieve handeling: als dit punt niet wordt uitgevoerd, zal de besturingseenheid een in de fabriek ingestelde tijd
tussen het van start gaan van de ene vleugel en van de andere in acht nemen.
92