NL
8.1 Een motor starten die over een accu beschikt.
1- Het contact uitzetten.
2- Alle mogelijke accessoires uitschakelen, zoals verlichting, autoradio, ventilator, airco...
3- Sluit de klemconnector (11) aan op de uitgang (10) van de Mini Jumpstarter;sluit vervolgens
de klemmen aan op de accupolen volgens de polariteit van het voertuig:
Voor een voertuig met negatieve massa: Sluit de positieve rode klem
(+) van de Mini Jumpstarter aan op de rode positieve pool (POS, P, +) van de accu.Sluit
vervolgens de zwarte negatieve klem (-) aan op het chassis van het voertuig of op het motorblok.
Voor een voertuig met positieve massa: Sluit de negatieve zwarte klem
(-) aan op de negatieve zwarte pool (NEG, N, -) van de accu. Sluit vervolgens de positieve rode
klem (+) aan op het chassis van het voertuig of op het motorblok.
4-Druk na het controleren van de verbinding 2 sec. op de aan/uitknop om de Mini
Jumpstarter te starten. De capaciteit van de interne batterij wordt weergegeven op het
LCD-scherm.
5- Druk 2 sec. lang op de knop "Engine Start". Deze zet het startproces in gang en op het LCD-
schermverschijnt "Ready" (Klaar), samen met de resterende tijd tot het einde van het
startproces. Tijdens deze resterende tijd kunt u een startpoging ondernemen. Ahet einde
van deze tijd geen startpoging hebt ondernomen, druk dan nogmaals 2 seconden lang op
de knop "Engine Start" om het startproces opnieuw in gang te zetten. Als u een startpoging
hebt uitgevoerd, maar als de motor niet is gestart, dan verschijnt op het LCD-scherm
"Cooling" (Afkoelen) en de resterende tijd die de Mini Jumpstarter nodig heeft om af te
koelen.Op het einde van deze tijd moet u opnieuw 2 seconden lang de knop "Engine Start"
indrukken om het startproces opnieuw te activeren.
6- Als u een correcte verbinding hebt gemaakt, maar op het LCD-scherm"Connecting"
verschijnt, dan betekent dit dat de accuspanning lager is dan 2 V.Druk 2 seconden lang op de
knop "Override" om over te schakelen naar de modus "Override".Op het LCD-
schermverschijnt "Override", "Ready" (Klaar), samen met de resterende tijd tot het einde
van het startproces (opnieuw drukken op de knop "Override" om terug te keren naar het
hoofdmenu en de "Override"-modus stop te zetten).
Opmerking
: Wanneer de modus "Override" actief is, wordt de beveiliging tegen
kortsluiting uitgeschakeld. In "Override"-modus altijd controleren of de
klemmen goed zijn aangesloten en of ze niet in rechtstreeks contact staan
met elkaar (kortsluiting).
- Maak na het opstarten van de motor de zwarte klem (-) los en vervolgens de rode (+).
8