Bedieningshandleiding
gasmaatschappij. Gebruik daarvoor geen
telefoon of een ander elektrisch apparaat in de
buurt of in de omgeving van de gasbron.
4.5 Functiecontrole/-test
Belangrijk: De functietest dient wekelijks te
worden uitgevoerd.
• Gebruiksbereidheid: Controleer het groene
lampje: het moet ononderbroken branden.
• Wanneer het groene lampje niet brandt,
controleer dan de stroomverbinding. Indien de
stroomtoevoer in orde is, maar het groene
lampje brandt niet, dan betekent dit dat de
gasmelder defect is en dus gerepareerd of
vervangen dient te worden.
• Testknop: Wanneer u op de testknop drukt,
moet de gasmelder een alarmmelding geven
zolang u de knop ingedrukt houdt.
5. Onderhoud
De gasmelder is, uitgezonderd van de functie-
controle, onderhoudsvrij. Maak het deksel van de
behuizing maandelijks schoon met een vochtige
doek om opgestapelde stofpartikels te
verwijderen.
36
BG 2202