NAAIEN
Op uw overlockmachine worden verschillende steken verkregen door verschillende naaldposities, inrijgmethoden, spanningsinstellingen
en het gebruik van de 2-draads overlockconverter te combineren.
Zie Voorbereidingen, pagina 7, voor referenties voor het instellen van uw machine.
Stekenoverzicht
De instellingen in de onderstaande tabel zijn onze aanbevelingen, gebaseerd op normale omstandigheden. Het kan nodig zijn de
draadspanning aan te passen afhankelijk van de steek, het type stof en het garen dat u gebruikt. Maak voor het beste resultaat
spanningsaanpassingen in kleine stappen van niet meer dan een half nummer tegelijk. Maak altijd eerst een proeflapje van uw stof
voordat u op uw project gaat naaien.
In de onderstaande tabel worden verschillende dikten en stoftypes uitgelegd. De draden worden weergegeven in verschillende grijstinten
zodat u beter begrijpt hoe de steken worden gevormd.
Blad met uitleg van de pictogrammen
Geweven dun
Chiffon, voile, organza, batist, zijde, enz.
Geweven normaal
Katoen, zware katoen, wol, satijn, enz)
Geweven dik
Denim, canvas, badstof, enz.
Elastisch dun
Charmeuse, nylon, tricot, enkelvoudig
gebreide jerseys, enz.
Elastisch normaal
Dubbel gebreide jerseys, velours,
zwemkleding, enz.
Elastisch dik
Sweaterstof, fleece, etc.
4-draads overlock
Voor alle naden die elastisch moeten zijn of mee moeten rekken, zoals halslijnen, zijnaden, mouwen, enz.
Steek/Stof
N/R
Beide
1.0
3
Beide
1.0
3
Beide
1.0
3~4
Beide
1.0
3
Beide
1.0
3
Beide
1.0
3~4
Naaldpositie
Differentieel transport
Steeklengte
Snijbreedte
Positie van het
instelhaakje
N/R
—
5~6
N
—
5~6
N
—
5~6
N
—
5~6
N
—
5~6
N
—
5~6
N
2-draads overlockconverter
Rechterbovendraad
Linkerbovendraad
Bovengrijperdraad
Ondergrijperdraad
Draadspanning
3
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
Naaien – 15
Nederlands
4
4
4
4
4
4