Nederlands
Gebruiksvoorschriften
Gedurende de eerste bedrijfsuren
Het nieuwe apparaat tot aan de derde
tankvulling niet onbelast met hoge
toerentallen laten draaien, om te
voorkomen dat er tijdens de inloopfase
extra belasting optreedt. Gedurende de
inloopfase moeten de bewegende delen
op elkaar inlopen – in de motor heerst
een verhoogde wrijvingsweerstand. De
motor levert zijn maximale vermogen
pas na 5 tot 15 tankvullingen.
Tijdens de werkzaamheden
De motor nog even stationair laten
draaien als hij voordien lange tijd onder
vollast heeft gedraaid, tot de meeste
warmte door de koelluchtstroom is
afgevoerd. Dit om te voorkomen dat de
componenten op de motor
(ontstekingssysteem, carburateur) door
warmteophoping te zwaar worden
belast.
Na het werk
Als het werk even wordt onderbroken:
de motor laten afkoelen. Het apparaat
met lege benzinetank op een droge
plaats, niet in de buurt van
ontstekingsbronnen, opbergen tot het
moment dat het apparaat weer wordt
gebruikt. Bij langdurige stilstand – zie
"Apparaat opslaan".
72
Luchtfilter reinigen
Als het motorvermogen merkbaar
afneemt
4
N
De chokeknop in stand g draaien
N
De bout (1) losdraaien en het
filterdeksel (2) wegnemen
N
Het grove vuil rondom het filter
verwijderen
N
Het filter (3) bij de uitsparing (pijl)
van het filterhuis (4) vastpakken en
wegnemen
N
Filter vervangen – als tijdelijke
maatregel uitkloppen of uitblazen –
niet uitwassen
N
Beschadigde onderdelen
vervangen
Filter aanbrengen
N
Filter in het filterhuis plaatsen en het
filterdeksel aanbrengen
N
Bout aanbrengen en vastdraaien
Carburateur afstellen
De carburateur is af fabriek op de
basisafstelling afgesteld.
De carburateur is zo afgesteld dat de
motor onder alle
bedrijfsomstandigheden wordt voorzien
van een optimaal benzine-
luchtmengsel.
Bij deze carburateur kunnen slechts
1
geringe correcties via de
hoofdstelschroef en de stelschroef
2
stationair toerental worden uitgevoerd.
Standaardafstelling
N
Motor afzetten
N
Combigereedschap met hierop
gemonteerd gereedschap of
snijgarnituur monteren
N
Luchtfilter controleren – indien
nodig reinigen of vervangen
N
Afstelling gaskabel controleren –
indien nodig afstellen – zie
"Gaskabel afstellen"
N
Vonkenrooster (afhankelijk van de
exportuitvoering gemonteerd)
controleren – indien nodig reinigen
of vervangen
KM 90 R