Nederlands
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
De motorapparaten kunnen af fabriek
zijn uitgerust met verschillende
tankdoppen. Na het tanken:
De schroeftankdop zo
vast mogelijk draaien.
De tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten – als er benzine naar
buiten stroomt, de motor niet starten –
levensgevaar door verbranding!
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede
staat controleren – het desbetreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
62
–
De combinatie van snijgarnituur,
beschermkap, handgreep en
draagstel moet zijn vrijgegeven, alle
onderdelen correct gemonteerd
–
Combischakelaar/stopschakelaar
gemakkelijk in stand STOP, resp. 0
te plaatsen
–
De gashendelblokkering en de
gashendel moeten goed gangbaar
zijn – de gashendel moet
automatisch in de stationaire stand
terugveren
–
Bougiesteker op vastzitten
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
–
Geen wijzigingen aan de
bedieningselementen en de
veiligheidsvoorzieningen
aanbrengen
–
De handgrepen moeten schoon en
droog, vrij van olie en vuil zijn –
belangrijk voor een veilige geleiding
van het motorapparaat
–
Het draagstel en de handgreep
overeenkomstig de lichaamslengte
instellen
Het motorapparaat mag alleen in
technisch goede staat worden gebruikt –
kans op ongelukken!
Voor noodgevallen bij gebruik van het
draagstel: het snel loskoppelen en
neerzetten van het motorapparaat
oefenen. Tijdens het oefenen het
motorapparaat niet op de grond gooien,
om beschadigingen te voorkomen.
Zie ook de aanwijzingen met betrekking
tot "Voor het starten" in de handleiding
van het gebruikte combigereedschap.
Motor starten
Minstens op 3 meter van de plek waar
werd getankt – niet in een afgesloten
ruimte.
Alleen op een vlakke ondergrond, een
stabiele en veilige houding aannemen,
het motorapparaat goed vasthouden –
het werktuig mag geen voorwerpen en
ook de grond niet raken, omdat dit
tijdens het starten mee kan bewegen.
Contact met het werktuig voorkomen –
kans op letsel!
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven. Het werktuig draait nog
even door nadat de gashendel wordt
losgelaten – naloopeffect.
Stationair toerental controleren: het
werktuig moet bij stationair toerental –
bij losgelaten gashendel – stilstaan.
Licht ontvlambare materialen (bijv.
houtspanen, boomschors, droog gras,
benzine) uit de buurt van de hete
uitlaatgassen en de hete uitlaatdemper
houden – brandgevaar!
Zie ook de aanwijzingen voor "Motor
starten/afzetten" in de handleiding van
het gebruikte combigereedschap.
Motorapparaat vasthouden en
geleiden
Het motorapparaat altijd met beide
handen op de handgrepen vasthouden.
KM 90 R