5.
Beweeg de bedieningshendel om het omhoogbrengen van het voertuig te voltooien (9).
6.
Plaats onmiddellijk goedgekeurde steunen onder de hefpunten van het voertuig (aanbevolen door de fabrikant van het voertuig). Laat het voertuig
LANGZAAM EN VOORZICHTIG neer op de steunen, door de bedieningshendel in de neerwaartse stand te duwen (9).
5.
LUCHT IN HET HYDRAULISCHE SYSTEEM
Er kan zich lucht ophopen in het systeem, wat nadelig is voor de werking van de hydropneumatische garagekrik. Om de lucht te verwijderen, gaat u als volgt te werk.
1.
Duw de pal naar rechts, in de opwaartse stand, en breng de krik volledig omhoog tot tegen de zuiger. (9)
2.
Draai de schroef in het zadel lichtjes los. (10)
3.
Laat de pomp ong.10 seconden werken, draai de schroef vast en duw de pal naar links, in de neerwaartse stand.
4.
Herhaal dit 3 keer om het systeem volledig te ontluchten.
6.
MONTAGE, GEBRUIK EN BEDIENING
1.
De hendel heeft 3 standen.
De hendel wordt in elk van de standen gezet door de palhendel los te maken (11). De hendel is bedoeld om de hydropneumatische garagekrik te
plaatsen of de beweging ervan te vereenvoudigen. Oefen geen druk uit op de hendel.
2.
Wanneer de hydropneumatische garagekrik moet worden ingepakt om te worden getransporteerd, verwijdert u de schroef en de sluitring, en zet u de
hendel in de opvouwbare stand (12).
3.
Het is zeer belangrijk dat er een luchtfilter-smeerapparaatunit wordt geïnstalleerd, die dagelijks wordt afgetapt.
4.
Tap de compressor dagelijks af. Een slechte luchtkwaliteit beschadigt essentiële onderdelen voor de correcte werking van de krik.
5.
Voordat u de luchttoevoerslang aansluit, moet u nagaan of de bedieningshendel in de neutrale stand staat (9). De doorsnede van de luchtslang mag
niet kleiner zijn dan die van de luchtinlaatconnector. Als er ongewoon lange slangen worden gebruikt, moet de luchtdruk worden verhoogd.
6.
Zorg ervoor dat tijdens de werking dezelfde luchtdruk zal worden gehandhaafd. Deze hydropneumatische garagekrik werkt optimaal met een druk van
7-10 bar en een minimale luchtstroom van 280 l/min.
7.
ONDERHOUD (§ 7.1.3 de l'EN 1494+A1)
BELANGRIJK: de belangrijkste oorzaak van storingen in hydraulische eenheden is vuil. Houd de onderhoudskrik schoon en goed gesmeerd, om te
voorkomen dat vreemde stoffen in het systeem dringen. Als de hydropneumatische garagekrik werd blootgesteld aan regen, sneeuw, zand of grind, moet deze
vóór gebruik worden gereinigd.
1.
Berg de hydropneumatische garagekrik, met de zuigers volledig ingetrokken, in een goed beschermde ruimte op, waar het apparaat niet wordt
blootgesteld aan corrosieve dampen, schurend stof of andere schadelijke elementen.
2.
Gebruik alleen vervangstukken die worden goedgekeurd door de fabrikant. Niet-originele onderdelen gebruiken zal de hydropneumatische garagekrik
beschadigen en de garantie ongeldig maken. Koppel de luchttoevoer los, voordat u onderhoud uitvoert.
3.
Smeer regelmatig de beweegbare onderdelen in de wielen, de arm en de hendel met behulp van vet van hoge kwaliteit, en doe een klein beetje
smeermiddel in de luchtinlaataansluiting. De hydropneumatische garagekrik moet altijd volledig schoon worden gehouden en volledig worden
beschermd tegen agressieve omstandigheden.
4.
Inspecteer de hydropneumatische garagekrik telkens voordat u het apparaat gebruikt. Neem corrigerende maatregelen als een van de volgende
problemen optreedt:
a. Gebarsten, beschadigde behuizing. b. Buitensporige slijtage, buiging, andere schade c. Lekkende hydraulische vloeistof d. Bekraste, beschadigde
zuigerstang.
5.
Houd waarschuwings schoon en leesbaar. Gebruik een milde zeepoplossing om de buitenzijde van de hydropneumatische garagekrik te reinigen.
6.
Deze hydropneumatische garagekrik mag alleen door bevoegd en geautoriseerd personeel worden onderhouden en gerepareerd.
7.
Oliepeil De zuigers moeten volledig zijn ingetrokken, voordat u het oliepeil controleert of olie toevoegt. Het oliepeil is correct wanneer het zich tussen
de twee merktekens op de stang bevindt. Voeg indien nodig olie toe in overeenstemming met de hoeveelheid die in de tabel wordt opgegeven.
8.
Als de olie volledig moet worden ververst, plaatst u de hydropneumatische garagekrik tussen twee steunen zodat de verbindingsbuis kan worden
verwijderd. De olie zal door deze buis stromen en worden opgevangen in een houder die aan een bevoegde instantie zal worden overhandigd. De olie
kan ook op andere manieren worden verwijderd: door een pneumatische olieafscheider te gebruiken, door de hydropneumatische garagekrik scheef te
houden, enz.
9.
BELANGRIJK Te veel olie kan nadelig zijn voor de werking van de hydropneumatische garagekrik.
10. Gebruik alleen hydraulische olie van
8.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Symptoom
De hydropneumatische garagekrik
gaat niet omhoog
De hydropneumatische garagekrik
gaat slechts gedeeltelijk omhoog
De hydropneumatische garagekrik
beweegt langzaam voort
De hydropneumatische garagekrik
brengt de belasting omhoog, maar
houdt niet
Er lekt olie uit de hydropneuma-
tische garagekrik
De zuigers van de hydropneu-
matische garagekrik kunnen niet
worden ingetrokken
De zuigers van de hydropneu-
matische garagekrik worden
langzaam ingetrokken
:
GARANTIE
Type D = 2 jaar. Zie de algemene voorwaarden in de catalogus FACOM of de tarieven van FACOM.
NU-DL1530C DL.1050_0218.indd 11
ISO VG
22.
Oorzaken
1. Regelklep in de verkeerde stand.
2. Te weinig / geen olie in het reservoir.
3. De hydropneumatische garagekrik is niet geschikt voor
de belasting.
4. De persklep en/of de omloopklep werken correct.
5. Dichtingen versleten of gebrekkig.
1. Te veel of onvoldoende olie.
1. De pomp werkt niet correct
2. Lekkende dichtingen.
3. De luchtdruk van de pomp functioneert niet normaal.
1. De cilinderpakking lekt.
2. Klep werkt niet correct (zuigklep, persklep, losklep,
omloopklep).
1. Versleten of beschadigde dichtingen.
1. Regelklep in de verkeerde stand
1. Cilinder beschadigd aan de binnenzijde.
2. De luchtdruk van de pomp functioneert niet normaal.
Oplossing
1.
Zet de regelklep in de opwaartse stand.
2.
Vul met olie en tap het systeem af.
3.
Gebruik de juiste uitrusting.
4.
Reinig om vuil of vreemde stoffen te
verwijderen. Ververs de olie.
5.
Installeer de juiste dichtingskit.
1.
Controleer het oliepeil.
1.
Installeer de juiste dichtingskit.
2.
Installeer de juiste dichtingskit.
3.
3. Ga na of de pompdruk in het nominale
bereik ligt (7 tot 10 bar)
1.
Vervang door dichtingskit.
2.
Inspecteer de kleppen. Reinig en
repareer de oppervlakken van de
zittingen.
1.
Vervang door dichtingskit.
1.
Zet de regelklep in de neerwaartse stand.
1.
Stuur de hydropneumatische garagekrik
naar een servicecentrum.
2.
Ga na of de pompdruk in het nominale
bereik ligt (7 tot 10 bar).
11
26/02/2018 10:31:52